Zo wast u goed
Wanneer u gaat wassen
Om met behulp van de sensor de
wasmiddelhoeveelheid beter te kun-
nen doseren, moet u eerst de vol-
gende 3 stappen nemen, voordat u
het wasgoed in de trommel legt.
2
Schakel de wasautomaat in
door op de I-Aan/O-Uit - toets te
drukken.
3
Open de deur
door op de Deur - toets te drukken
en de deur open te klappen.
De wasautomaat is ingeschakeld.
Staat de programmakeuzeschakelaar
op stand Einde, dan begint de ringver-
lichting van de programmakeuzescha-
kelaar te knipperen ten teken dat u het
gewenste programma kunt instellen.
4
Kies een programma
door de programmakeuzeschakelaar
op het gewenste programma te
draaien.
Het controlelampje Belading % brandt.
Zolang de trommel nog leeg is geeft
het display nog geen beladingshoeveel-
heid aan.
Geeft het display een getal aan ter-
wijl de trommel leeg is, draai de
trommel dan een keer rond.
Wanneer het getal toch blijft staan,
druk dan zo lang op de indicatorwis-
seltoets tot het getal uit het display
verdwijnt.
20
5
Vul de trommel
Leg het wasgoed ontvouwd en los-
jes in de trommel.
Wanneer er stukken wasgoed van ver-
schillende grootte in de trommel liggen
is dat beter voor de waswerking en de
verdeling van het wasgoed tijdens het
centrifugeren.
Het display geeft in stappen van 25 %
aan hoeveel procent van de maximale
hoeveelheid wasgoed, die voor het ge-
kozen wasprogramma is toegestaan,
zich in de trommel bevindt.
Bij een belading van minder dan 25%
geeft het display de beladingshoeveel-
heid niet aan.
Wanneer de maximale beladingscapa-
citeit wordt overschreden gaat het ge-
tal in het display knipperen. Haalt u er
niets uit, vallen de wasresultaten tegen
en gaat het wasgoed sneller kreuken.
6
Sluit de deur
Sluit de deur met een lichte klap.
Let erop dat er niets tussen deur en
manchet beklemd raakt.
Het controlelampje Wasmiddel % gaat
branden.
Het display geeft aan hoeveel wasmid-
del u bij dit programma voor de geme-
ten hoeveelheid wasgoed moet dose-
ren.