SC-P20500 Series
Gebruikershandleiding
c
Belangrijk:
Wanneer u via het printerstuurprogramma
afdrukt op het papier dat bij Instelling
aangepast papier op het bedieningspaneel is
ingesteld, moet de waarde bij
Afdrukmateriaal in het
printerstuurprogramma overeenkomen met
de papiersoort die bij Referentiepapier
wijzigen in Instelling aangepast papier op het
bedieningspaneel is geselecteerd.
Media-instellingen
optimaliseren
(Automatische
aanpassing)
In de volgende situaties moet u de media-instellingen
optimaliseren. Als u de media-instellingen wilt
optimaliseren, voert u Automatische aanpassing uit
via Afdrukafstellingen in het printermenu.
Wanneer u media-instellingen van papiergegevens
in de printer hebt geregistreerd.
Wanneer papiergegevens zijn toegevoegd met Epson
Media Installer, moet u de media-instellingen
optimaliseren om individuele verschillen in uw media
en printer te corrigeren zodat u optimaal kunt
afdrukken met uw combinatie van de media en de
printer.
Wanneer u de instelling Geavanceerd hebt
gewijzigd nadat u media-instellingen hebt
opgeslagen.
Voorzorgsmaatregelen bij het
uitvoeren van
Afdrukafstellingen
De aanpassingen worden gemaakt op basis van het
papier dat in de printer is geladen.
❏ Plaats de media die moet worden aangepast op de
juiste wijze in de printer onder de werkelijke
afdrukomstandigheden.
Wanneer u afdrukt met de functie voor
automatisch oprollen, plaatst u het rolpapier op de
Basishandelingen
automatische oproleenheid en voert u
Afdrukafstellingen uit.
❏ Zorg dat u de juiste naam selecteert wanneer u de
media-instellingswaarden toevoegt of stel
Instelling aangepast papier in het printermenu
in bij Papiertype.
Controleer of de spuitkanaaltjes niet verstopt zijn
voordat u aanpassingen aanbrengt.
Als spuitkanaaltjes verstopt zijn, worden aanpassingen
niet goed uitgevoerd.
Voer PrintkopControle spuitm. uit om te controleren
of spuitkanaaltjes verstopt zijn. Voer vervolgens indien
nodig Printkop reinigen uit.
"Controle spuitkanaaltjes printkop" op pagina 145
U
Automatische uitlijning kan niet worden uitgevoerd
bij gebruik van het volgende papier.
❏ Gewoon papier
❏ Transparant of gekleurd papier
Voer de uitlijning handmatig uit bij gebruik van deze
papiersoorten.
"Als u Automatische aanpassing niet kunt
U
uitvoeren" op pagina 52
Procedure Automatische
aanpassing
Met Automatische aanpassing worden Uitlijning
Uni-D en Uitlijning Bi-D automatisch uitgevoerd
terwijl het patroon wordt afgedrukt.
Het patroon wordt afgedrukt. Laad papier dat
minstens 388 mm breed en 430 mm lang is.
Afhankelijk van de gebruikte media kunt u
Automatische aanpassing mogelijk niet uitvoeren. Als
er een fout optreedt of als u merkt dat de regels
verkeerd zijn uitgelijnd of als de afdrukresultaten
korrelig zijn, zelfs nadat u Automatische aanpassing
hebt uitgevoerd, voert u Laterale toevoerafstelling en
Printkop uitlijnen uit via het menu
Afdrukafstellingen.
51