BEDIENING VAN DE LIFT
8
Met de etagestuurunit kan een etage worden geselecteerd en de lift daar
vervolgens naar toe gestuurd worden. Er kunnen maximaal 50 etages worden
geprogrammeerd.
Let op
Iedereen die de lift bedient, monteert, demonteert, repareert of
onderhoudt moet alle veiligheidsvoorschriften in de
bedieningshandleiding, dan wel de installatiehandleiding gelezen en
begrepen hebben.
Opmerking
Diverse bedieningskasten, waaronder de grondbediening, hebben een
noodstop die de lift onmiddellijk stilzet.
Bij de etageafschermingen is een beveiliging ingebouwd: als het hek niet
volledig gesloten is, is besturing van de lift niet mogelijk. Wanneer de
platform deuren niet volledig gesloten zijn, is besturing van de lift niet
mogelijk. De lift stopt aan het einde van de mast.
8.1.1
Normaal gebruik
Gebruikers mogen alleen de lift gebruiken als die is aangezet door de monteur.
Voor de dagelijkse start, moet de lift zeer goed geïnspecteerd worden door de
monteur die de leiding heeft van het onderhoud. Hij zet de lift pas in werking nadat
alle inspecties en dagelijkse onderhoudsbeurten uitgevoerd zijn. Voor het gebruik
van de lift, moeten de gebruikers de weersomstandigheden in de gaten moeten
houden, dit kunnen ze nazoeken aan de hand van de tabellen,
ze moeten ook zorgen dat de lifttraverse vrij is van elk
obstakel.
De gebruikers van de lift dienen hun bestemming op het
paneel in de cabine in te geven. Het programma slaat de
bestemmingen op in het geheugen en zet deze in de juiste
volgorde.
Voor het invoeren van een tweede getal; bijvoorbeeld
verdieping 11 heeft men ongeveer 1 seconde de tijd. Wanneer
er teveel tijd tussen de in gegeven getallen zal de lift enkel
naar verdieping 1 gaan.
96
PT500F