Etageafsluitingen
•
De lift wordt gestopt als de etageafsluiting open staat (zie "Etagebediening" op
pagina 211921). Als u de De Jong LS-4 etageafsluiting gebruikt met de De Jong
LS-4L vergrendeling en de LS-4B klepblokkering, is deze gekoppeld aan de
oprijklep: de etageafsluiting kan alleen worden geopend als de oprijklep is
neergelaten.
Als u een andere etageafsluiting gebruikt: de etageafsluiting mag alleen worden
geopend als de oprijklep is neergelaten en de oprijklep mag alleen gesloten
worden als het etageschuifhek gesloten is.
Neergaande vastloopbeveiliging
•
De lift stopt als de nood-onder schakelaar is aangesproken (zie "Loopwagen" op
pagina 15). Wanneer het platform tijdens de neergaande beweging vast zou
lopen, bekrachtigt deze een schakelaar welke voorkomt dat het platform
beschadigt tijdens deze neergaande beweging.
Afschermingen
•
De bewegende delen zijn rondom voorzien van afschermingen (bijvoorbeeld
hekken).
Mastafscherming / servicedeuren
•
De mastafscherming is een scheiding tussen het platform en de loopwagen met
mast. De lift wordt uitgeschakeld als de mastafscherming geopend is.
Elektrische beveiliging
•
De elektrische installatie is beveiligd tegen te hoge stromen door middel van
een installatie automaat.
Valveiligheid
•
De loopwagen is voorzien van een vang (centrifugaalrem) die de lift stopt als de
snelheid van de loopwagen maximaal 0,4 m/s boven de nominale snelheid komt
(zie "Loopwagen" op pagina 1515).
Werkstuit
•
De mast is voorzien van een uitschuifbare stuit die de lift stopt op een veilige
afstand boven de begane grond, voor gebruik tijdens onderhoud onder de lift.
•
Overlastbeveiliging
De lift is voorzien van een overlastbewaking signaal aangeeft wanneer de lift
overbeladen is.
10
PT500F