Voorzichtig!
Bij het resetten wordt bij de volgende start van de
warmtepomp de startgids weergegeven.
MENU 5.6 - GEFORCEERDE REGELING
U kunt hier de verschillende componenten in de warmte-
pomp en eventueel aangesloten accessoires regelen.
LET OP!
Geforceerde besturing is alleen bedoeld voor het
oplossen van problemen. Elk ander gebruik van de
functie kan schade veroorzaken aan de onderdelen
van uw klimaatsysteem.
MENU 5.7 - STARTGIDS
Wanneer de warmtepomp voor de eerste keer wordt gestart,
opent de startgids ook automatisch. Hier kunt u deze hand-
matig starten.
Zie pagina 29 voor meer informatie over de startgids.
MENU 5.8 - SNELSTART
Van hieruit is het mogelijk om de compressor te starten.
Voorzichtig!
Er moet een vraag naar verwarming, koeling of
warmtapwater zijn om de compressor te starten.
LET OP!
U kunt de compressor beter niet te vaak snelstar-
ten gedurende een korte periode, want hierdoor
zouden de compressor en zijn nevenapparatuur
kunnen beschadigen.
MENU 5.9 - VLOERDROOGFUNCTIE
duur periode 1 – 7
Instelbereik: 0 – 30 dagen
Fabrieksinstelling, periode 1 – 3, 5 – 7: 2 dagen
Fabrieksinstelling, periode 4: 3 dagen
temp. periode 1 – 7
Instelbereik: 15 – 70 °C
Standaardwaarde:
temp. periode 1
temp. periode 2
temp. periode 3
temp. periode 4
temp. periode 5
temp. periode 6
temp. periode 7
Stel hier de functie drogen ondervloer in.
50
Hoofdstuk 8 | Regeling - Menu's
U kunt maximaal zeven tijdsperioden met verschillende be-
rekende aanvoertemperaturen instellen. Als er minder dan
zeven perioden worden gebruikt, moeten de resterende
perioden worden ingesteld op 0 dagen.
Vink het actieve venster aan om de functie vloerdrogen te
activeren. Een teller onderin toont het aantal dagen dat de
functie actief is geweest. De functie telt net als bij normaal
verwarmen gradenminuten, maar dan de voor de resp. peri-
ode ingestelde aanvoertemperaturen.
LET OP!
Tijdens het drogen van de vloer draait de circula-
tiepomp verwarmingssysteem op 100%, ongeacht
de instelling in menu 5.1.10.
TIP
Als bedrijfsstand "add. heat only" moet worden
gebruikt, kiest u dit in menu 4.2.
Voor een nog gelijkmatiger aanvoertemperatuur
kan de bijverwarming eerder worden gestart door
"bijverwarming starten" in de menu's 4.9.2 in te
stellen op -80. Als het instellen van de droogperi-
oden van de ondervloer is gestopt, worden de
menu's 4.2 en 4.9.2 gereset naar de eerdere instel-
lingen.
TIP
Het is mogelijk om een logging op te slaan van het
drogen van een vloer die laat zien wanneer de be-
tonplaat de juiste temperatuur heeft bereikt. Zie
paragraaf "Loggen van drogen van vloer" op pagina
55.
MENU 5.10 - LOG MET WIJZIGINGEN
Hier kunt u eerdere wijzigingen in het regelsysteem aflezen.
Datum, tijd en ID-nr. (uniek voor bepaalde instellingen) en
de nieuwe ingestelde waarde worden aangegeven voor ie-
dere wijziging.
Voorzichtig!
Het log met wijzigingen wordt opgeslagen bij her-
starten en blijft ongewijzigd na fabrieksinstelling.
20 °C
30 °C
40 °C
45 °C
40 °C
30 °C
20 °C
NIBE F1253