Aansluiting van de leidingen
Algemeen
De leidingen moeten worden aangesloten volgens de gelden-
de normen en voorschriften. De F1253 kan werken met een
retourtemperatuur van maximaal 58 °C en een aanvoertem-
peratuur vanuit de warmtepomp van 70 (65 °C met uitslui-
tend de compressor).
De F1253 is niet voorzien van externe afsluiters. Deze moe-
ten worden geïnstalleerd om toekomstig onderhoud te ver-
eenvoudigen.
Voorzichtig!
Zorg ervoor dat ingaand water schoon is. Bij ge-
bruik van een eigen bron moet misschien een extra
waterfilter worden toegevoegd.
Voorzichtig!
Alle hoge punten in het afgiftesysteem moeten
worden voorzien van ontluchtingskleppen.
LET OP!
Voordat de warmtepomp wordt aangesloten,
moeten de leidingsystemen worden doorgespoeld
om te voorkomen dat componenten beschadigd
of verstopt raken door verontreinigingen.
LET OP!
Er kan water uit de overstortleiding van het over-
stortventiel druppelen. Leid de overstortleiding
naar een geschikte afvoer, zodat opspattend heet
water geen letsel kan veroorzaken. De overstortlei-
ding moet over de hele lengte aflopen om water-
zakken te voorkomen. Bovendien moet de leiding
vorstvrij zijn aangelegd. De overstortleiding moet
minimaal dezelfde diameter hebben als het over-
stortventiel. De overstortleiding moet zichtbaar
zijn en de uitstroomopening moet open zijn en mag
niet te dicht bij elektrische componenten zijn ge-
plaatst.
14
Hoofdstuk 4 | Aansluiting van de leidingen
SYMBOOLVERKLARING
Symbool
Betekenis
Afsluiter
Terugslagklep
Mengklep
Circulatiepomp
Expansievat
Filterbal
Drukmeter
P
Niveaureservoir
Overstortventiel
Wisselklep/shunt
Warmtewisselaar
Verticale bodemcollector
Bodemcollector
Vloerverwarmingssystemen
Aard-warmtepomp
Koelsysteem
Zwembad
Radiatorsysteem
Huishoud-warmtapwater
NIBE F1253