MENU 5.1.1 - WARMWATERINSTELLINGEN
starttemp. economie/normaal/luxe
Instelbereik: 5 – 70 °C
Fabrieksinstelling (°C):
zuinig
normaal
40
stoptemp. economie/normaal/luxe
Instelbereik: 5 – 70 °C
Fabrieksinstelling (°C):
zuinig
normaal
44
stoptemp. per. verhoging
Instelbereik: 55 – 70 °C
Fabrieksinstelling: 55 °C
hoog vermogen
Instelbereik: aan/uit
Fabrieksinstelling: uit
Hier stelt u naast de start- en stoptemperatuur van het
warmtapwater voor de verschillende comfortopties in menu
2.2 ook de stoptemperatuur voor periodieke verhogingen in
menu 2.9.1.
Voor een hoger laadvermogen klikt u op hoog vermogen.
Als "hoog vermogen" is geactiveerd, wordt het warmtapwa-
ter met meer vermogen verwarmd dan in de standaardstand
en heeft daarom een snellere oplaadtijd.
MENU 5.1.2 - MAX. AANVOERTEMP.
afgiftesysteem
Instelbereik: 20-80 °C
Standaardwaarde: 60 °C
Hier stelt u de maximale aanvoertemperatuur in voor het
klimaatsysteem. Indien de installatie meerdere klimaatsys-
temen heeft, kunnen er voor elk systeem afzonderlijke
maximale aanvoertemperaturen worden ingesteld. Klimaat-
systeem 2 - 8 kan niet worden ingesteld op een hogere
maximale aanvoertemperatuur dan klimaatsysteem 1.
Voorzichtig!
Voor vloerverwarmingssystemen moet de max.
aanvoertemp. normaliter worden ingesteld tussen
35 en 45 °C.
Controleer de max. vloertemperatuur bij de leve-
rancier van uw vloer.
NIBE F1253
luxe
44
47
luxe
48
51
MENU 5.1.3 - MAX. VERSCH. AANVOERTEMP.
max. versch. compressor
Instelbereik: 1 – 25 °C
Standaardwaarde: 10 °C
max. versch. bijverwarming
Instelbereik: 1 – 24 °C
Standaardwaarde: 7 °C
Hier stelt u het maximale toegestane verschil in tussen de
berekende en de huidige aanvoertemperatuur tijdens de
compressor- of de bijverwarmingsmodus. Max. versch. bij-
verwarming kan nooit hoger zijn dan max. versch. compres-
sor
max. versch. compressor
Indien de actuele aanvoertemperatuur de berekende aan-
voertemperatuur op basis van de ingestelde waarde over-
stijgt, wordt de waarde in graadminuten ingesteld op +2. De
compressor in de warmtepomp stopt als er alleen warmte-
vraag is voor cv.
max. versch. bijverwarming
Indien "addition" wordt gekozen en geactiveerd in menu 4.2
en de actuele aanvoertemperatuur overstijgt de berekende
temperatuur met de ingestelde waarde, wordt de bijverwar-
ming stopgezet.
MENU 5.1.4 - ALARMHANDELINGEN
Selecteer hier hoe u wilt dat de warmtepomp u waarschuwt
dat er een alarm in het display wordt weergegeven.
De verschillende alternatieven zijn dat de warmtepomp stopt
met het produceren van warmtapwater (standaardinstelling)
en/of de kamertemperatuur verlaagt.
Voorzichtig!
Als er geen alarmhandeling is geselecteerd, kan
dit leiden tot een hoger energieverbruik bij een
alarm.
MENU 5.1.5 - VENTILATORSNELHEID
UITLAATLUCHT (ACCESSOIRE VEREIST)
normaal en snelheid 1-4
Instelbereik: 0 – 100 %
Stel de snelheid voor de vijf verschillende te selecteren
snelheden voor de ventilator hier in.
Voorzichtig!
Een onjuist ingestelde ventilatiestroom kan het
huis beschadigen en kan tot een hoger energiever-
bruik leiden.
Hoofdstuk 8 | Regeling - Menu's
41