Selecteerbare ingangen
Selecteerbare ingangen op de ingangskaart (AA3) voor deze
functies zijn:
AUX1
AUX2
AUX3
AUX4
AUX5
AA3-X6
In het bovenstaande voorbeeld worden de ingangen AUX1 (X6:9-10) en AUX2
(X6:11-12) gebruikt op de ingangsprint (AA3).
Selecteerbare uitgangen
Een selecteerbare uitgang is AA3-X7.
De uitgang is een potentiaalvrij schakelrelais.
Met schakelaar (SF1) in stand " " of "
de alarmstand.
AA3-X7
Voorzichtig!
Voor de relaisuitgang geldt mogelijk een maximale
belasting van 2 A bij weerstandsbelasting
(230V AC).
TIP
Het accessoire AXC is nodig als er meer dan één
functie wordt aangesloten op de AUX-uitgang.
Mogelijke selectie AUX-ingangen
Temperatuurvoeler
Dit zijn de mogelijkheden:
1 (Accessoire NV10)
26
Hoofdstuk 5 | Elektrische aansluitingen
AA3-X6:9-10
AA3-X6:11-12
AA3-X6:13-14
AA3-X6:15-16
AA3-X6:17-18
F1253
Extern
Externt
F1245
9
B
10
11
A
12
13
14
15
16
AA3-X6
" staat het relais in
-T1
-T2
-T3
1 2 3 4
AA3-X4
•
Koeling/verwarming (BT74), bepaalt wanneer het tijd is
om te wisselen tussen de standen koelen en verwarmen
(kan worden geselecteerd als de koelfunctie is geactiveerd
in het menu 5.2.4).
Monitor
Dit zijn de mogelijkheden:
•
alarm van externe eenheden. Het alarm is aangesloten op
de regeling, wat betekent dat de storing wordt gepresen-
teerd als een informatieve mededeling op het display.
Potentiaalvrij signaal van het type NO of NC.
1
•
niveauregelaar
/ drukschakelaar / stromingsregelaar voor
bronsysteem (NC).
•
drukschakelaar voor klimaatsysteem (NC).
Externe activering van functies
Er kan een externe schakelaarfunctie op de F1253 worden
aangesloten voor het activeren van diverse functies. De
functie is geactiveerd gedurende de tijd dat de schakelaar
is gesloten.
Mogelijke functies die geactiveerd kunnen worden:
•
geforceerd regelen van de circulatiepomp van de brine
•
comfortstand warmtapwater "tijdelijk in luxe"
•
comfortstand warmtapwater "zuinig"
•
"externe instelling"
Als de schakelaar is gesloten, verandert de temperatuur
in °C (als de ruimtesensor is aangesloten en geactiveerd).
Als er geen ruimtesensor is aangesloten of geactiveerd,
wordt de gewenste verschuiving van "temperatuur" (ver-
schuiving stooklijn) ingesteld via het aantal gekozen
stappen. De waarde kan worden ingesteld tussen -10 en
+10. Externe afstelling van klimaatsystemen 2 tot 8 vereist
accessoires.
–
klimaatsysteem 1 - 8
De waarde voor de wijziging wordt ingesteld in menu
1.9.2, "externe instelling".
•
activering van een van de vier ventilatorsnelheden.
(kan worden geselecteerd als het ventilatieaccessoire is
geactiveerd)
De volgende vijf opties zijn beschikbaar:
–
1–4 is normaal open (NO)
–
0 is normaal gesloten (NC)
De ventilatorsnelheid is geactiveerd gedurende de tijd dat
de schakelaar is gesloten. De normale snelheid wordt
hervat als de schakelaar weer open is.
NIBE F1253