Gebruiksaanwijzing
De volgende veiligheidsinstructies en waarschuwingen dienen ter voorkoming van gevaren en ter vermijding van persoonlijke
en materiële schade. Bewaar deze handleiding.
Voorzichtig
Opgelet
Opmerking
Belangrijke veiligheidsinstructies.
Voorzichtig! Het niet opvolgen van de veiligheidsinstructies kan leiden tot ernstige verwondigen.
De
veiligheidsinstructies
EN 50178, EN 60335 en BGR 232 alsmede de voorschriften ter voorkoming van brand en ongelukken
moeten worden opgevolgd.
•
Werkzaamheden
aan
de
mogen alleen worden uitgevoerd door een vakbekwame elektromonteur.
•
Bij het in bedrijf zijn van elektrische of elektronische voorzieningen en apparatuur staan sommige componenten
onder gevaarlijke elektrische spanning. Bij ondeskundige ingrijpen of het niet in acht nemen van waarschuw-
ingen kunnen verwondingen of materiële schade ontstaan.
•
Alle geldende normen en voorschriften voor elektrische installaties moeten in acht worden genomen.
•
Er mogen alleen vervangende onderdelen, gereedschappen en hulpstukken worden gebruikt die door de fabri-
kant zijn toegelaten.
•
Voor niet toegelaten producten van derden of veranderingen aan de accessoires wijst de fabrikant iedere aan-
sprakelijkheid af voor opgetreden persoonlijke of materiële schade alsmede gevolgschade.
•
De in de technische gegevens aangegeven limieten moge niet worden overschreden.
•
Bij het monteren van de aandrijving op minder dan 2,50 m hoogte is een afscherming van de aandrijving vereist
aangezien aanraken van de motor brandwonden kan veroorzaken.
•
Tussen de aandrijving en brandbare materialen moet voldoende veilige afstand worden bewaard.
•
De poortinstallatie moet beveiligd zijn tegen omlaag vallen.
•
Bij opsteekaandrijvingen voor toepassing op een rolpoort, hefpoort, sectionaalpoort of een indirect be-
diende poortinstallatie moet de opdrachtgever zorgen voor een geschikte uitrusting of voorziening (externe
vangvoorziening, afrolbeveiliging) die indien de draagconstructie defect raakt (bijvoorbeeld touw of ketting)
het omlaag vallen van het sectionaaldeel of van de poort met zekerheid kan voorkomen.
•
Bij opsteekaandrijvingen met ontkoppelmechanisme (DSM) voor toepassing op een sectionaalpoort met veer- of gewichtscom-
pensatie moet deze poortinstallatie door inbouw van een veerbreuk- of valbeveiliging tegen omlaag vallen worden beveiligd.
•
Bij opsteekaandrijvingen met haalketting (DTM) of handslinger (DZM) moet erop worden gelet dat bij veerbreuk of defect raken
van de gewichtscompensatie het op de aandrijving inwerkende koppel kleiner is dan het in de technische gegevens vermelde
statische houdmoment.
Is dit niet het geval dan moet bij gebruik van deze opsteekaandrijving het omlaag vallen van de poort door
inbouw van een veerbreukbeveiliging of valbeveiliging worden voorkomen.
•
Openmaken van de besturing is alleen geoorloofd indien alle polen van de netvoeding zijn onderbroken.
•
Krijgen de potentiaalvrije contacten van de relaisuitgangen of andere klemposities voedingsspanning van el-
ders, d.w.z. staat er tijdens bedrijf een gevaarlijke spanning op, die na het uitschakelen van de besturing of bij
uitgetrokken
netsteker
de kast van de besturing worden aangebracht. ("LET OP! Voordat toegang wordt verkregen tot de aansluitklem-
men moeten eerst alle verbindingen met het elektriciteitsnet worden onderbroken").
•
Het bedienen van de besturing in geopende toestand is niet toegestaan.
•
Het bedienen van de besturing bij gedemonteerde CEE-steker is alleen toegestaan indien via een schakelaar
alle polen van de netvoeding van de besturing kunnen worden losgekoppeld. De netsteker of de als vervanging
daarvan toegepaste schakelaar moet gemakkelijk toegankelijk zijn.
•
Indien de aansluitkabel van dit apparaat wordt beschadigd dan moet deze door de fabrikant of de klantenser-
vice of een net zo vakbekwame persoon worden vervangen teneinde risico's te vermijden.
•
Ook na het uitschakelen van de voedingsspanning staat er nog vijf minuten lang een gevaarlijke spanning op de con-
4
Veiligheidsinstructies
Wijst op een mogelijk gevaarlijke situatie. Als deze niet wordt vermeden, dan
kunnen verwondingen het gevolg zijn.
Wijst op een mogelijk gevaarlijke situatie. Als deze niet wordt vermeden, dan
kan het product of iets in de omgeving ervan beschadigd worden.
Geeft gebruikstips en andere nuttige informatie.
van
EN
12453,
elektrische
installatie,
aanwezig
blijft,
dan
moet
EN
12445,
EN
12978,
de
elektrische
of
elektronische
een
specifi eke
waarschuwingssticker
VDE
0100,
EN
50110,
voorzieningen
en
duidelijk
zichtbaar
EN
60204,
apparatuur
op