Fijnafstelling van de eindposities en controle van de
Opmerking
Door het vergroten van de waarde verschuift het betreff ende schakelpunt naar boven.
Door het verkleinen van de waarde verschuift het betreff ende schakelpunt naar beneden.
Fijnafstelling van de eindposities
P.231: -125 tot +125 incrementen = correctiewaarde voor de eindpositie boven
P.221: -125 tot +125 incrementen = correctiewaarde voor de eindpositie beneden
Controle van de vooreindschakelaar voor de functieafschakeling van de sluitkantbeveiliging
Voorzichtig
Voor het testen van de functieafschakeling van de sluitkantbeveiliging door de interne vooreindscha-
kelaar VES moet de norm EN 12445 beslist in acht worden genomen: Gebruiksveiligheid bekrachtigde
poorten - Testprocedure.
De max. toelaatbare van de vooreindschakelaar tot de vloer mag op de meest ongunstige plaats
max. 50 mm bedragen.
Leg, om de instelhoogte van de vooreindschakelaar te controleren het VES kaliber of een soortgelijk in-
strument (hoogte 50 mm) op de meest ongunstige plaats, op de vloer onder de poort. Laat de poort tegen
het 50 mm hoge VES-kaliber of soortgelijke instrument lopen zodat de poort onmiddellijk moet stoppen
en laat de poort vervolgens van deze gesimuleerde hindernis vrij komen (omhoog bewegen). Gebeurt dit
niet dan moet u de vooreindschakelaar nastellen.
P.140: -60 tot +999 = correctiewaarde voor de vooreindschakelaar van de sluitkantbeveiliging
Aansluiten en functie externe besturingen
Sluitkantbeveiliging
De volgende sluitkantbeveiligingssystemen kunnen direct op de TST FUS poortbesturing worden aangesloten:
•
Pneumatische sluitkantbeveiliging (DW).
•
Elektrische sluitkantbeveiliging (EL).
•
Opto-elektronische sluitkantbeveiliging: FRABA OSE.
De nodige analyseapparatuur is geïntegreerd in de besturing zelfcontrolerende analysator overeenkomstig EN 12453).
De pneumatische sluitkantbeveiliging of de elektrische sluitkantbeveiliging wordt aangesloten op de klemmen 72 en 73 en via
een afsluitweerstand gecontroleerd. Deze moet in het DW-contact of op het uiteinde van de elektrische sluitkantbeveiliging
worden aangesloten, overeenkomstig het aansluitschema
Bij in de fabriek geconfectioneerde elektrische sluitkantbeveiligingen controleert u deze op hun afsluitweerstand. Er kunnen
sluitkantbeveiligingen met een afsluitweerstand van 1,2 kΩ of 8,2 kΩ worden toegepast.
De opto-elektronische sluitkantbeveiliging OSE van de fi rma FRABA wordt rechtstreeks op de klemmen 72, 73 en 74 aange-
sloten, zonder afsluitweerstand (72 - groene ader, 73 - witte ader, 74 - bruine ader).
Voor het aanpassen van de besturing aan de betreff ende sluitkantbeveiliging moet de jumper J600 (zie het hoofdstuk positie
van klemmen en componenten, rechtsboven) en de parameter P.460 comform de volgende tabel worden ingesteld.
Type sluitkantbeveiliging
Sluitkantbeveiliging niet actief
Opmerking: Deze instelling is alleen mogelijk wanneer er geen sluitkantbevei-
liging is aangesloten.
Elektrische sluitkantbeveiliging 1,2 kOhm, maakcontact
Elektrische sluitkantbeveiliging 8,2 kOhm, maakcontact
Elektrische sluitkantbeveiliging 1,2 kOhm, verbreekcontact
Elektrische sluitkantbeveiliging 8,2 kOhm, verbreekcontact
Sluitkantbeveiliging met testvoorziening (DW) 1,2 kOhm, maakcontact
Sluitkantbeveiliging met testvoorziening (DW) 8,2 kOhm, maakcontact
Sluitkantbeveiliging met testvoorziening (DW) 1,2 kOhm, verbreekcontact
Sluitkantbeveiliging met testvoorziening (DW) 8,2 kOhm, verbreekcontact
Opto-elektronische sluitkantbeveiliging FRABA OSE
vooreindschakelaars
en veiligheidsvoorzieningen
P.460
J600
0
1K2
1
1K2
1
8K2
2
1K2
2
8K2
3
1K2
3
8K2
4
1K2
4
8K2
5
1K2
NL
21