452163.69.13 · 05/2012 · Rei
Montage- en bedieningsrichtlijnen
WWP L 6 AD
8 Reiniging / onderhoud
8
Reiniging / onderhoud
8.1
Onderhoud
Om de lak te beschermen, moet u erop letten dat er geen voorwerpen tegen het toestel
aanleunen of erop gelegd worden. De buitendelen van de warmtepomp kunnen met
een vochtige doek en met gewone schoonmaakmiddelen schoongemaakt worden.
OPMERKING
Gebruik geen zand-, soda-, zuur- of chloorhoudende schoonmaakmiddelen, omdat
deze het oppervlak aantasten.
Om storingen door vuil in de warmtewisselaar van de warmtepomp te voorkomen, moet
ervoor worden gezorgd dat er geen vuil in de warmtewisselaar van de verwarmingsin-
stallatie kan komen. Indien zich toch bedrijfsstoringen door vervuiling voordoen, moet
de installatie schoongemaakt worden zoals hieronder beschreven.
8.2
Reiniging verwarmingskant
OPGELET!
De ingebouwde filter moet met regelmatige intervallen gereinigd worden.
De onderhoudsintervallen zijn al naar gelang vervuilingsgraad van het toestel zelf te kie-
zen. De zeef moet hierbij gereinigd worden.
Voor de reiniging moet de verwarmingskring in het bereik van de filter drukloos ge-
maakt worden, de zeef door afschroeven van de zeefruimtes weg te nemen en te reini-
gen.
Bij de montage in omgekeerde volgorde moet worden gelet op de correct inbouw van
de zeefruimtes en dichtheid van de vschroefverbinding.
Vooral bij het gebruik van stalen componenten kan zuurstof in de verwarmingswater-
kringloop oxidatieproducten (roest) veroorzaken. De roest komt via ventielen, circulatie-
pompen of kunststof buizen in het verwarmingssysteem terecht. Daarom moet er vooral
bij het volledige buizensysteem op een diffusiedichte installatie gelet te worden.
OPMERKING
Om afzettingen in de condensor van de warmtepomp te voorkomen (bijv. roest) wordt
aanbevolen, een geschikt systeem als corrosiebescherming te gebruiken. Wij raden
daarom aan, diffusie-open verwarmingssystemen van een elektrofysische
corrosiebeveiliging te voorzien (bijv. ELYSATOR-systeem).
Ook resten van smeer- en afdichtingsmiddelen kunnen het verwarmingswater vervui-
len.
Indien de vervuiling zo groot is dat het de prestaties van de condensor in de warmte-
pomp belemmert, moet een installateur de installatie reinigen.
Op basis van de huidige kennisstand adviseren wij om te reinigen met 5% fosforzuur
of, indien er vaker moet worden gereinigd, met 5% mierenzuur.
16