Voorzichtig
Voordat u een extra apparaat aan‐
sluit of loskoppelt, bijv. een draag‐
bare cd-speler, schakelt u de spe‐
ler en het infotainment-systeem uit
om problemen met de geluidskwa‐
liteit en mogelijke schade aan de
apparatuur te voorkomen.
Na aansluiting via de stekkeringang
detecteert het systeem de geluids‐
bron automatisch. Afhankelijk van het
opnamevolume kan er een vertraging
zijn voordat u de geluidsbron hoort.
De naam van de artiest of het num‐
mer wordt niet op het displayscherm
weergegeven.
R15 BT / CD15 BT - Gebruik
AUX-ingang
Druk op de toets MEDIA om de audi‐
obron op AUX-modus over te scha‐
kelen en schakel de randapparatuur
in. Op het displayscherm verschijnt
AUX.
AUX-instellingen
Druk op de toets SETUP om het in‐
stellingenmenu te openen.
Selecteer AUX IN en draai aan de
draaiknop OK totdat de gewenste in‐
stelling wordt geselecteerd uit:
■ HI (300 mV)
■ MID (600 mV)
■ LO (1200 mV)
CD30 BT - Gebruik AUX-ingang
Druk op de toets RADIO/CD om de
AUX-modus te activeren en schakel
het extra apparaat vervolgens in.
CD35 BT - Gebruik AUX-ingang
Druk op de toets MEDIA om de AUX-
modus te activeren en schakel de
randapparatuur in. Op het display‐
scherm verschijnt Jack.
AUX-ingang
39