GEVAAR
!
OPMERKING
83320707 1/2023-10 Luw
Montage- en bedieningsrichtlijnen
Gascondensatieketel WTC-GW 25-B compact
5.3 Condensaataansluiting
Vergiftigingsgevaar door vrijkomend rookgas
Bij verkeerd gemonteerde of niet gevulde sifon komt er rookgas vrij. Inademen leidt
tot duizeligheid, misselijkheid of zelfs tot de dood.
Sifon en dichtingen op juiste montage controleren.
Vulstand van de sifon regelmatig controleren en evt. bijvullen, vooral bij langere
stilstandstijden of werking met teruglooptemperaturen > 55 °C.
Het condensaat dat bij condenserende werking ontstaat, wordt via een
geïntegreerde sifon naar de riolering geleid.
Werkblad DVWA-A 251 en plaatselijk geldende voorschriften in acht nemen en
evt. een neutralisatie-eenheid inbouwen.
Als de rioolaansluiting boven de condensaatuitgang is:
Condensaatopvoerpomp inbouwen.
Condensaatslang plaatsen
Condensaatslang zo plaatsen dat er geen water kan stagneren (sifoneffect) en dat
het condensaat ongehinderd kan afvloeien.
Condensaatslang naar de condensaatafvoerleiding verplaatsen, daarbij op de
juiste montage aan de sifon letten.
Sifon vullen.
Sifon via het rookgasaansluitstuk of een revisieopening met water vullen tot er
water uit de condensaatslang vloeit.
Schade aan het toestel wegens condensaatophoping
Condensaatophoping kan tot storingen of schade aan het toestel leiden.
Als er na het toestel een andere sifon aanwezig is:
Tussen beide sifons een verbindingsstuk met verluchtingsopening monteren.
39-192
5 Installatie