5 Installatie
83320707 1/2023-10 Luw
Montage- en bedieningsrichtlijnen
Gascondensatieketel WTC-GW 25-B compact
5 Installatie
5.1 Eisen aan het verwarmingswater
Het verwarmingswater moet aan de eisen van de VDI-richtlijn 2035 of van
vergelijkbare plaatselijk geldende voorschriften voldoen.
Onbehandeld vul- en navulwater moet dezelfde kwaliteit hebben als drinkwater
(kleurloos, helder, zonder afzetting).
Het vul- en navulwater moet vooraf gefilterd zijn.
Bij niet diffusiedichte installatiecomponenten moet de WTC door een systeem-
scheiding van de stookkring gescheiden worden.
De pH-waarde van het verwarmingswater moet tussen 8,2 ... 9,0 liggen.
Wegens de zelfalkalisatie van het verwarmingswater moet de meting van de
pH-waarde op zijn vroegst 10 weken na de inbedrijfstelling worden uitgevoerd.
De pH-waarde moet evt. aangepast worden, zie VDI-richtlijn 2035.
De maximaal toegelaten totale hardheid moet worden bepaald via het
installatievolume [hfst. 5.1.2]. Het vul- en navulwater moet evt. gezuiverd worden
[hfst. 5.1.3].
De hoeveelheid vul- en navulwater en de waterkwaliteit in bijgevoegd
serviceboekje documenteren (druknr. 835703xx).
5.1.1 Installatievolume
Als geen informatie over het installatievolume beschikbaar is, kan deze met
onderstaande tabel ongeveer geschat worden.
Verwarmingssysteem
Buizen- en staalradiatoren
Gietijzeren radiatoren
Paneelradiatoren
Ventilatie
Convectoren
Vloerverwarming
(1
Met betrekking tot de warmtebehoefte van het gebouw.
34-192
Geschat installatievolume
35/28 °C
55/45 °C
–
37 l/kW
–
28 l/kW
–
15 l/kW
–
12 l/kW
–
10 l/kW
25 l/kW
–
(1
70/55 °C
23 l/kW
18 l/kW
10 l/kW
8 l/kW
6 l/kW
–