De beeldmodus
opgeven
> [Beeldinstelling] >
HDMI
Component
Digital PC
Analog PC
U kunt een beeldmodus (P71)
selecteren die geschikt is voor het
geprojecteerde beeld.
U kunt de beeldmodus ook met de
IMAGE-knop op de
afstandsbediening selecteren. (P72)
Standaard
Geschikt voor het projecteren van
een computerscherm of het
bekijken van videobeelden in een
vrij lichte ruimte.
Deze beeldmodus benadrukt witte
tinten.
Presenta-
Geschikt voor het bekijken van
op tekst gebaseerde beelden
tie
in een vrij lichte ruimte.
Dynamisch Geschikt voor het bekijken van
videobeelden in een vrij lichte ruimte.
Video
Geschikt om video
opgenomen met een
videocamera te kijken in een
redelijk donkere ruimte.
Foto/sRGB Geschikt om beelden gemaakt
met een digitale camera die sRGB
ondersteunt te projecteren in een
redelijk donkere ruimte.
Compatibel met de sRGB-
kleurruimte.
Gebruiker 1 – 5 In totaal 5 gebruiker-
geselecteerde combinaties van
beeldkwaliteitinstellingen kunnen
in het geheugen worden
opgeslagen. (P98) Opgeslagen
instellingen kunnen als een
beeldmodus geselecteerd worden.
De beeldkwaliteit instellen (Beeldinstelling)
[Beeldmodus]
LAN
USB
97
Druk op de OK-knop om uw instelling te
bevestigen en druk vervolgens op de
MENU-knop of de EXIT-knop.
• [Standaard] is de fabrieksinstelling voor
Analog PC-1 en 2, Digital PC en HDMI (als
[HDMI In] is ingesteld op [Computer]), LAN
en USB. [Foto/sRGB] is de standaard voor
HDMI (als [HDMI In] is ingesteld op
[Automatisch]) en Component.
• U kunt de beeldkwaliteit instellen door in
elke beeldmodus de volgende items in te
stellen:
[Helderheid], [Contrast], [Scherpte],
[Gamma], [Kleurinstelling], [Geavanceerde
instellingen] en [Lampmodus].
• De door u gemaakte instelling wordt
opgeslagen als elke combinatie van
ingangssignalen en een beeldmodus.
• Bij selectie van een gebruikersgeheugen
dat met [Profiel maken] werd opgeslagen
verschijnt [Basisbeeldmodus] in het menu.
Dit geeft de beeldmodus aan die de basis
was toen het gebruikersgeheugen werd
opgeslagen.