■ U kunt een beeld niet goed projecteren
Oorzaak
Het geprojecteerde beeld
is in verticale of horizontale
richting omgekeerd.
De 'dot clock' van het
signaal van het
ingangssignaal is hoger
dan 162 MHz met een
BNC-kabel.
U gebruikt een
computerkabel waarvan
sommige pennen niet zijn
aangesloten.
■ De projector schakelt zichzelf uit
Oorzaak
De luchtinlaat of -uitlaat is
geblokkeerd.
Het luchtfilter is vies.
De lamp is kapot
(of er is een storing in de
lamp).
De bedrijfstemperatuur is
niet goed.
De instelling voor plafondbevestiging of plaatsing
aan de achterkant is onjuist. Controleer de instelling
[Beeldomkeer H/V] in het menu [Installatie-
instellingen]. (P148)
Stel de 'dot clock' van het signaal op uw computer in
op 162 MHz of lager.
Gebruik een computerkabel waarvan alle pennen zijn
aangesloten.
Controleer of de luchtinlaat of -uitlaat is geblokkeerd.
Als de luchtinlaat of -uitlaat is geblokkeerd, gaat de
temperatuur binnenin de projector omhoog en wordt
de stroom automatisch uitgeschakeld om de
projector te beschermen. (De [WARNING]- en
[TEMP]-lampjes branden.) Wacht totdat de
projectortemperatuur zakt en controleer dat de
luchtinlaat of -uitlaat niet langer geblokkeerd is,
schakel vervolgens de projector in. (P37, P52)
Controleer of het luchtfilter verstopt is met stof.
Als het luchtfilter verstopt is, maak het dan schoon of
vervang het luchtfilter. (P201)
Controleer of de lamp stuk is.
Volg als de lamp stuk is de aanwijzingen in
26. Als de lamp niet stuk is kan er een storing zijn in
de lamp. Controleer de lamp door hem te vervangen
door een reservelamp als u die hebt. (P27, P203,
P205)
Controleer of de bedrijfstemperatuur tussen 0°C en
40°C ligt. (P29)
Projectorinstellingen moeten worden aangepast als u
de projector gebruikt op een hoogte van 2.300 m of
meer. Stel [Ventilatorstand] in het menu [Installatie-
instellingen] in op [Grote hoogte] (P154).
289
Problemen oplossen
Maatregel
Maatregel
pagina