Montage- en bedieningsrichtlijnen
WWP L 35 AR
6 Plaatsing
6.2
Condensaatleiding
Het bij het gebruik ontstane condenswater dient vorstvrij te worden afgevoerd. De
warmtepomp dient horizontaal te worden geplaatst, zodat het water goed kan af-
vloeien. De condenswaterbuis moet minstens een diameter van 50 mm hebben en
moet vorstvrij in de afvoerleiding worden geleid. Condenswater niet direct in bezinkvij-
vers en putten leiden. Agressieve dampen en een niet vorstvrij aangelegde conden-
saatleiding kunnen de verdamper vernielen.
13
452163.69.06 · 02/2011 · Rei