7.8
Te lage waterdruk vermijden
Voor een perfecte werking van de CV-installatie moet de
wijzer van de manometer bij een koude CV-installatie in de
bovenste helft van het grijze bereik of in het middelste be-
reik van de balkindicatie op het display (door de gestippelde
grenswaarden gemarkeerd) staan. Dit komt overeen met een
vuldruk tussen 0,1 MPa en 0,2 MPa (1,0 bar en 2,0 bar).
Als de CV-installatie zich over meerdere verdiepingen uit-
strekt, dan kunnen hogere waarden voor de vuldruk vereist
zijn om lucht in de CV-installatie te vermijden.
Het product signaleert bij het onderschrijden van 0,08 kPa
(0,8 bar) vuldruk het druktekort met een knipperende
drukwaarde op het display. Als de vuldruk een waarde van
0,05 MPa (0,5 bar) onderschrijdt, dan schakelt het product
uit. Het display toont F.22.
▶
Vul CV-water bij om het product opnieuw in gebruik te
nemen.
Het display geeft de drukwaarde knipperend weer tot een
druk van 0,11 MPa (1,1 bar) of hoger bereikt is.
7.9
CV-installatie vullen
1.
Spoel de CV-installatie.
2.
Draai de dop van de snelontluchter (1) met een tot twee
draaien los en laat deze geopend, omdat ook tijdens
het continubedrijf het product automatisch via de snel-
ontluchter ontlucht wordt.
3.
Kies het controleprogramma P.06.
◁
De driewegklep beweegt zich in de middelste stand,
de pompen lopen niet en het product treedt niet in
werking.
4.
Neem de aanwijzingen bij het onderwerp CV-water
voorbereiden in acht. (→ Pagina 18)
5.
Verbind vul- en aftapkraan van de CV-installatie vol-
gens de normen met een CV-watertoevoer, indien mo-
gelijk met de koudwaterkraan.
6.
Open de CV-wateraanvoer.
7.
Open alle radiatorkranen (thermostaatkranen) van de
CV-installatie.
8.
Controleer evt. of beide onderhoudskranen aan het
product geopend zijn.
9.
Open langzaam de vul- en aftapkraan zodat het water
in het verwarmingssysteem stroomt.
10. Ontlucht de laagst gelegen radiator tot het water aan
het ontluchtingsventiel er zonder bellen uitkomt.
11. Ontlucht alle andere radiatoren tot het CV-systeem
compleet met water gevuld is.
12. Sluit alle ontluchtingsventielen.
13. Houd de stijgende vuldruk in de CV-installatie in het
oog.
0020243848_02 ecoTEC plus Installatie- en onderhoudshandleiding
14. Vul water bij tot de vereiste vuldruk bereikt is.
15. Sluit de vul- en aftapkraan en de koudwaterkraan.
16. Controleer alle aansluitingen en het volledige systeem
op ondichtheden.
7.10
CV-installatie ontluchten
1.
Kies het controleprogramma P.00.
◁
Het product treedt niet in werking, de interne pomp
loopt intermitterend en ontlucht naar keuze het CV-
circuit of het warmwatercircuit.
◁
Het display toont de vuldruk van de CV-installatie.
2.
Controleer of de vuldruk van de CV-installatie niet on-
der de min. vuldruk daalt.
–
≥ 0,08 MPa (≥ 0,80 bar)
◁
Na het beëindigen van de vulprocedure moet de
vuldruk van de CV-installatie minstens 0,02 MPa
(0,2 bar) boven de tegendruk van het expansievat
(ADG) liggen (P
3.
Als zich na het beëindigen van het controleprogramma
P.00 nog teveel lucht in de CV-installatie bevindt, start
het controleprogramma dan opnieuw.
7.11
Warmwatersysteem vullen en ontluchten
1
Geldigheid: Product met geïntegreerde warmwaterbereiding
1.
Open de koudwaterstopkraan aan het product.
2.
Vul het warmwatercircuit door alle warmwatertappunten
te openen tot er water uit komt.
7.12
Sifonbeker vullen
1.
Haal het onderste sifondeel (1) eraf.
2.
Vul het onderste deel van de sifon tot 10 mm onder de
bovenkant met water.
3.
Bevestig het onderste sifondeel aan de sifonbeker.
7.13
Gascontrole
7.13.1 Gasinstelling af fabriek controleren
Opgelet!
Risico op materiële schade door niet toe-
gestane instelling!
▶
Verander in geen geval de fabrieksinstel-
ling van de gasdrukregelaar in het gas-
blok.
▶
Voor u het product in gebruik neemt, dient u de informa-
tie over de gasgroep op het typeplaatje met de gasgroep
Ingebruikname 7
≥ P
+ 0,02 MPa (0,2 bar)).
installatie
ADG
1
19