Instellen
Installeer de projector volgens de omgeving en de wijze waarop de projector zal
worden gebruikt.
Opstellen
Bekijk de hier beneden staande illustraties en tabellen, om de beeldgrootte en de projectie-afstand te bepalen.
De waarden die in de tabel staan, zijn gebaseerd op een volledige beeldgrootte: 1024 x 768
ⓐ De schermgrootte (diagonaal)
• Op een horizontale oppervlakte
a
c2
c1
b
• Gemonteerd aan de muur of het plafond
b
c1
a
c2
• De schermpositie kan na de installatie verschuiven als de projector op plaatsen zoals
aan de muur of aan het plafond wordt gemonteerd, als gevolg van de exibliteit van de
plastic behuizing van de projector. Indien afstelling vereist is, kunt u contact opnemen
met uw dealer of onderhoudspersoneel.
• De geprojecteerde beeldpositie en/of scherpstelling kunnen veranderen tijdens het opwarmen
(ongeveer 30 minuten nadat de lamp is ingeschakeld) of als de omgevingsomstandigheden
veranderent. Stel de beeldpositie en/of scherpstelling indien nodig opnieuw af.
• Omdat de projector een ultrakorte projectieafstand heeft, dient u zorgvuldig een scherm
te selecteren voor beter beeld.
- Een zacht scherm, zoals een rolscherm, kan het geprojecteerde beeld ernstig vervormen.
Voor deze projector wordt een hard scherm, zoals een bordscherm, aanbevolen.
- Een scherm met een hoge reectiewaarde, zoals een parelscherm, heeft een kleine kijkhoek
en is niet geschikt voor deze projector. Een scherm met een lage reectiewaarde (ongeveer
1,0), zoals een mat scherm, en een grote kijkhoek wordt aanbevolen voor deze projector.
- Een scherm met een weefpatroon kan moiré op het geprojecteerde beeld veroorzaken.
Dit duidt niet op een defect van de projector. Een scherm met minder moiré-effecten
wordt aanbevolen voor deze projector.
(vervolgd op volgende pagina)
ⓑ Projectie afstand (±8%)
Schermgrootte
a
(diagonaal)
Projectie-afstand
m
type (inch)
60
1,5
0,096
70
1,8
0,161
80
2,0
0,225
90
2,3
0,289
100
2,5
0,353
• Als de projector wordt gebruikt op een hoogte van
ongeveer 1600 m of hoger, stelt u de VENTI SNELHEID
van het onderdeel SERVICE in het OPTIE menu in op
HOOG (
58). Stel ze anders in op NORMAAL. Als de
projector wordt gebruikt met een verkeerde instelling,
kunnen de projector zelf of de interne onderdelen
beschadigd raken.
• Wanneer de projector in speciale omstandigheden wordt
gemonteerd, zoals aan de muur of aan het plafond, hebt
u het voorgeschreven montagemateriaal en mogelijk
professionele hulp nodig. Raadpleeg uw dealer voor
verdere informatie over de installatie van de projector.
,
c1
c2
b
c1
Schermhoogte
m
inch
m
3,8
0,281
6,3
0,317
8,9
0,352
11,4
0,387
13,9
0,423
Instellen
Schermhoogte (±8%)
c2
Schermhoogte
inch
m
inch
11,1
1,196
47,1
12,5
1,384
54,5
13,9
1,571
61,9
15,2
1,759
69,2
16,6
1,947
76,6
7