Oplossingen vinden
Fenomenen die gemakkelijk voor machinedefecten aangezien kunnen worden (vervolg)
Fenomeen
Videoschermweergave
staat stil.
Kleuren hebben
vervaagd
voorkomen of de
kleurtoon is zwak.
Afbeeldingen
zien er donker
uit.
Afbeeldingen
zien er wazig
uit.
Er kan
verslechtering
van het beeld
optreden, zoals
ikkeren of
strepen op het
scherm.
(Vervolgd op volgende pagina)
102
Gevallen die geen machinedefecten betreffen
De BEVRIES-functie is ingeschakeld.
Druk op de knop FREEZE om het scherm weer naar
normaal te herstellen.
De kleurinstellingen staan niet juist ingesteld.
Voer beeldaanpassingen uit bij de instellingen
KLEURTEMP., KLEUR, TINT en/of KLEURVARIATIE met
behulp van de menufuncties.
De KLEURVARIATIE-instelling is niet geschikt.
Wijzig de KLEURVARIATIE-instelling naar AUTO, RGB,
SMPTE240, REC709 of REC601.
De helderheid en/of het contrast zijn op een zeer laag
niveau ingesteld.
Stel HELDER en/of CONTRAST-instellingen bij tot een
hoger niveau met behulp van de menufunctie.
De projector werkt in Eco-modus.
Zet de ECO STAND op KRACHTIG, en zet AUTO ECO
STAND op SCHAKEL UIT, in het INSTELLEN-menu.
De lamp nadert het einde van haar levensduur.
Vervang de lamp.
De focus-instelling en/of de horizontale fase-instelling
zijn niet juist ingesteld.
Pas de focus aan met behulp van de scherpstelring en/of
pas de H FASE aan met behulp van de menu-functie.
De lens is vies of wazig.
Maak de lens schoon volgens de sectie "De lens
onderhouden".
Als de projector in de Eco stand werkt, is het mogelijk
Zet de ECO STAND op KRACHTIG, en zet AUTO ECO
STAND op SCHAKEL UIT, in het INSTELLEN-menu.
De OVERSCAN ratio is te groot.
Stel OVERSCAN in het BEELD menu kleiner in.
Teveel VIDEO NR.
Wijzig in het INPUT menu de VIDEO NR instelling.
De functie STILZETTEN werkt niet bij dit inputsignaal.
Verander in het INPUT menu STILZETTEN in SCHAKEL
UIT.
Referentiebladzijde
27
33, 38
38
32
43, 44
89, 90
24, 37
94
43, 44
35
38
40