U kunt de ingebouwde camera ook met andere programma´s gebruiken die functies bieden zoals
fotograferen, videocapturing en videoconferencing. Om de camera met andere programma's te
gebruiken, opent u een van de programma's en start u de functie voor fotograferen, videocapturing of
videoconferencing. Vervolgens wordt de camera automatisch gestart en gaat het groene lampje voor
camera-in-gebruik branden. Meer informatie over het gebruik van de camera met een programma vindt u in
het Help-informatiesysteem van het programma.
Camera-instellingen opgeven
U kunt de camera-instellingen aan uw wensen aanpassen, zoals het aanpassen van de kwaliteit van
de videouitvoer.
Ga als volgt te werk om de camera-instellingen op te geven:
• Windows 7: start het programma Communications Utility en configureer de gewenste camera-instellingen.
• Windows 10: ga als volgt te werk:
– Open de app Camera en klik op het pictogram Instellingen in de rechterbovenhoek. Volg de instructies
op het scherm om de gewenste camera-instellingen te configureren.
– Klik in het menu Start op Lenovo Settings. Klik vervolgens op Camera. Volg de instructies op het
scherm om de gewenste camera-instellingen te configureren.
Een flash-mediakaart of een smartcard gebruiken
Uw computer heeft een geheugenkaartsleuf. Deze ondersteunt de volgende kaarten:
• MultiMediaCard (MMC)
• SDXC-kaart (Secure Digital eXtended-Capacity)
• SD-kaart (Secure Digital)
• SDHC-kaart (Secure Digital High-Capacity)
Opmerking: Uw computer ondersteunt de functie Content Protection for Recordable Media (CPRM) voor
de SD-kaart niet.
De smartcardlezer op uw computer ondersteunt alleen de smartcard van de volgende specificaties:
Plaats geen smartcards met spleten in uw computer. Anders kan de smartcardlezer beschadigd raken.
• Lengte: 85,60 mm
• Breedte: 53,98 mm
• Dikte: 0,76 mm
.
Hoofdstuk 2
De computer gebruiken
33