Hoofdstuk 4: Smering
December 2019
Hoofdstuk 4: Smering
4.1
Controle van de smering
De aandrijving is voor de gehele levensduur gesmeerd; en het is daarom onder normale
bedrijfsomstandigheden niet noodzakelijk de olie te vervangen of bij te vullen. Het verdient
echter aanbeveling om het oliepeil iedere 3-5 jaar te controleren via gat 1 of 2 (figuur 27 en
28) afhankelijk van de richting waarin de aandrijving gemonteerd is.
De aandrijving is uitgerust met olieafsluitdopjes (onderdelen 1, 2); iedere unit heeft
zodoende ten minste één olieafsluitdopje aan de bovenzijde en één aan de onderzijde van
de behuizing.
Een smeernippel (onderdeel 3) is aanwezig op het verbindingsstuk voor een adequate
smering van de inwendige druklagers of schuiflagers.
De aandrijving is voorzien van olie en wordt waar nodig gesmeerd.
De volgende OLIËN worden aanbevolen voor onderhoud:
Omgevingstemperatuur van -20°C tot +85°C
•
Omgevingstemperatuur van -40°C tot +85°C
•
Omgevingstemperatuur van -55°C tot +65°C
•
Tabel 8.
24
SHELL - OMALA S4 WE 320 of equivalent
SHELL - TELLUS S4 ME 46 of equivalent
SHELL - TELLUS S4 VX 32 of equivalent
Model
010
020
030
040
050
Handleiding voor installatie, gebruik en onderhoud
Hoeveelheid olie, liter (quart)
VCIOM-08500-NL
0,5 (0,53)
0,8 (0,85)
1,3 (1,37)
1,8 (1,90)
2,5 (2,64)
Smering