Hoofdstuk 3: Installatie
December 2019
Hoofdstuk 3: Installatie
3.1
Bedrijfsomstandigheden
Standaard aandrijvingen zijn geschikt voor de volgende omgevingstemperaturen:
Voor extreme omgevingstemperaturen zijn speciale uitvoeringen leverbaar:
OPMERKING
De bovengenoemde omstandigheden zijn alleen van toepassing op Ex d- of
Ex de-uitvoeringen. Zie voor andere toepassingen de toepasselijke bijlage.
OPMERKING
Als de aandrijving in een omgeving wordt geïnstalleerd met een
omgevingstemperatuurbereik dat buiten het temperatuurbereik valt, vervalt de
garantie. Zie het typeplaatje om het omgevingstemperatuurbereik te controleren.
Figuur 7
8
-20°C +85°C (-4°F to +185°F)
-40°C +85°C (-40°F to +185°F)
-55°C +65°C (-67°F to +149°F)
Handleiding voor installatie, gebruik en onderhoud
VCIOM-08500-NL
Installatie