GEVAAR! Voorkom het contact met onder
spanning staande leidingen. Dit apparaat is
niet geïsoleerd tegen elektrische schokken.
Het gereedschap mag op geen enkele manier
worden veranderd zonder toestemming van de
fabrikant.
Het gereedschap alleen met de voorgeschreven
druk (6,3 bar) gebruiken.
Het gereedschap moet na het gebruik en bij
niet-gebruik steeds ontkoppeld worden van de
luchttoevoer.
Als het gereedschap niet luchtdicht is of als het
gerepareerd moet worden mag het niet worden
gebruikt.
Sluit het gereedschap nooit aan een luchtdruks-
lang aan als deze een hogere druk heeft dan
6,3 bar.
Houd uw werkomgeving schoon en goed verlicht.
Door wanorde en een onverlichte werkomgeving
kunnen ongevallen ontstaan. Daardoor kunt u
het apparaat voornamelijk in onverwachte situ-
aties beter controleren.
alleen door een gekwalificeerde vakman en met
originele reserve-onderdelen repareren. Op
deze wijze wordt gewaarborgd dat de veilig-
heid van het apparaat behouden blijft.
Houd kinderen en andere personen tijdens het
gebruik buiten het bereik van het apparaat. In
geval van afleiding kunt u de controle over het
apparaat verliezen.
Draag geschikte kleding. Draag geen wijde
kleding of sieraden. Houd haren, kleding en
handschoenen uit de buurt van bewegende
onderdelen. Los zittende kleding, sieraden of
haren kunnen door bewegende onderdelen
wordt ingetrokken.
Trekschakelaar en apparaat wegleggen als de
compressor onverwacht uitvalt.
Gebruik of bewaar het gereedschap nooit in
vochtige, stoffige omgevingen of in de buurt van
water, andere vloeistoffen of gevaarlijke gassen.
Gebruik indien mogelijk een condensaatafschei-
der of leeg regelmatig de condens (water) uit
de slangen en buizen voor en tijdens het gebruik
van luchtdrukapparaten.
Beveilig uw werkstukken. Gebruik de spanklem
of een bankschroef om het werkstuk vast te
Veiligheidsinstructies voor persluchtgereedschap
zetten. Als u het werkstuk met de hand vast-
houdt of tegen uw lichaam drukt, kunt u het ap-
paraat niet veilig bedienen.
Gevaar door eruit geslingerde
onderdelen
Als het werkstuk of een accessoire of zelf het
machinegereedschap zelf breekt, kunnen on-
derdelen met een hoge snelheid eruit worden
geslingerd.
Tijdens het gebruik van de machine voor schro-
efverbindingen dient men altijd een slagvaste
veiligheidsbril te dragen. De graad van de be-
nodigde bescherming dient voor ieder gebruik
apart te worden beoordeeld.
Men dient er voor te zorgen, dat het werkstuk
goed bevestigd is.
Laat het apparaat
Gevaren door vastraken /
opwikkelen
Gevaren door vastraken / opwikkelen kunnen
tot verstikking, scalperen en / of snijwonden
leiden, als wijde kleding, persoonlijke sieraden,
kettingen, haren of handschoenen niet uit de
buurt van de machine of de accessoires wor-
den gehouden.
Handschoenen kunnen in de draaiende motor
terecht komen, wat tot letsel aan de vingers en
gebroken vingers kan leiden.
Bij draaiende machinebevestigingen en -ver-
lengstukken kunnen rubberen of met metaal
versterkte handschoenen snel vast komen te
zitten / op worden gewikkeld.
Draag geen loszittende handschoenen of hand-
schoenen met afgesneden of versleten vingers.
Houd nooit de motor, de bevestiging of de
verlengstukken vast.
Houd uw handen uit de buurt van de draai-
ende motor.
ATTENTIE! Een te klein persluchtsy-
steem kan de effectiviteit van uw ap-
paraat verminderen.
NL/BE
35