30
HET FILTER VAN DE
TOEVOERSLANG EN HET
KLEPFILTER
Het kan nodig zijn filters te reinigen als:
• Het apparaat niet met water wordt
gevuld.
• De machine langdurig water vult.
De watertoevoerfilters schoonmaken:
35°
NOODAFVOER
Het apparaat kan geen water afvoeren
door een storing.
2
1
45°
9. Reinig het filter onder de water-
kraan en plaats het terug in de spe-
ciale geleiders van de pomp.
10. Zorg ervoor dat het filter stevig
vastzit om waterlekkage te voorko-
men.
11. Plaats de klep terug en sluit het af-
voerpompdeurtje.
• Het lampje van toets
de display het bijbehorende alarm
weergeeft. Raadpleeg 'Probleemop-
lossing'.
WAARSCHUWING!
Trek de stekker uit het stopcon-
tact.
1. Draai de waterkraan dicht.
2. Verwijder de watertoevoerslang
van de kraan.
3. Reinig het filter in de toevoerslang
met een harde borstel.
4. Verwijder de toevoerslang achter
de machine.
5. Reinig het filter in de klep met een
harde borstel of een handdoek.
6. Installeer de watertoevoerslang op-
nieuw. Zorg ervoor dat de koppe-
lingen stevig vast zitten om lekka-
ge te voorkomen.
7. Draai de waterkraan open.
Als dit optreedt, voert u stap (1) tot en
met (6) van "De afvoerpomp reinigen"
uit.
Maak de pomp zo nodig schoon.
Plaats het afvoerkanaal terug en sluit de
afvoerpompklep.
knippert en
6