A
Anvullende informAtie voor de instAllAteur
Foutcodes en oplossingen
Fout-
Omschrijving Fout
code
10
Fout buitentemperatuursensor
20
Keteltemperatuur 1, sensor-
fout
26
Gemeenschappelijke aanvoer-
temperatuur, sensorfout
28
Fout rookgastemperatuur-
sensor
30
Aanvoertemperatuur 1, sen-
sorfout
32
Aanvoertemperatuur 2, sen-
sorfout
38
Aanvoertemperatuur, primaire
regelaar, sensorfout
40
Retourtemperatuur 1, sen-
sorfout
46
Retourtemperatuur cascade,
sensorfout
47
Gemeenschappelijke retour-
temperatuur, sensorfout
50
Temperatuur SWW 1 sensor-
fout
52
Temperatuur SWW 2, sen-
sorfout
54
Aanvoertemperatuur SWW,
sensorfout
57
Circulatie SWW, sensorfout
60
Kamertemperatuur 1, sensor-
fout
65
Kamertemperatuur 2, sensor-
fout
68
Kamertemperatuur 3, sensor-
fout
70
Temperatuur opslagtank 1
(boven), sensorfout
71
Temperatuur opslagtank 2
(onder), sensorfout
72
Temperatuur opslagtank 3
(midden), sensorfout
78
Waterdruk, sensorfout
81
LPB-kortsluiting of geen voe-
ding naar bus
I-70
Uitleg
Kortsluiting of open circuit debiet-
sensor ketel.
Kortsluiting of open circuit gemeen-
schappelijke
aanvoertemperatuur-
sensor
Kortsluiting of Open circuit rookgas-
sensor.
Kortsluiting of Open circuit debiet-
sensor.
Kortsluiting of Open circuit debiet-
sensor ketel.
Kortsluiting of Open circuit retour-
sensor ketel.
Kortsluiting of open circuit debiet-
sensor SWW.
Actie(s)
Controleer aansluiting en/of sensor. Vervang
indien nodig.
Noodbedrijf
Neem contact op met de technische dienst
van AIC.
Controleer de aansluiting en de sensor. Ver-
vang indien nodig.
Controleer de aansluiting en de sensor. Ver-
vang indien nodig.
Controleer de aansluiting en de sensor. Ver-
vang indien nodig.
Controleer de aansluiting en de sensor. Ver-
vang indien nodig.
Controleer de aansluiting en de sensor. Ver-
vang indien nodig.
Controleer de aansluiting en de sensor. Ver-
vang indien nodig.
Controleer de aansluiting en de sensor. Ver-
vang indien nodig.
Controleer de aansluiting en de sensor. Ver-
vang indien nodig.
Controleer de aansluiting en de sensor. Ver-
vang indien nodig.
Controleer de aansluiting en de sensor. Ver-
vang indien nodig.
Controleer de aansluiting en de sensor. Ver-
vang indien nodig.
Controleer de aansluiting en de sensor. Ver-
vang indien nodig.
Controleer de aansluiting en de sensor. Ver-
vang indien nodig.
Controleer de aansluiting en de sensor. Ver-
vang indien nodig.
Controleer de aansluiting en de sensor. Ver-
vang indien nodig.
Controleer de aansluiting en de sensor. Ver-
vang indien nodig.
Controleer de aansluiting en de sensor. Ver-
vang indien nodig.
Controleer de aansluiting en de sensor. Ver-
vang indien nodig.
Controleer de aansluiting en de sensor. Ver-
vang indien nodig.
Controleer de aansluiting en de sensor. Ver-
vang indien nodig.
Controleer de LPB-aansluitingen en de voe-
ding naar de bus
F-090533_NL • 00