Controleer of de pompen de juiste draairichting hebben en of de stromingsrichting van het
n
gekoeld water en het koelwater correct is. (Het verdient aanbeveling om zowel de
draairichting van de pompen als ook de stromingsrichting in de leidingnetten middels pijlen
aan te geven.)
Controleer of de hoeveelheid gekoeld water en de hoeveelheid koelwater overeenkomen
n
met de nominale hoeveelheid (zie het specificatieblad van uw koelmachine). De
stromingsbeveiliging zal in de praktijk veelal slechts beveiligen tegen inschakelen van de
koelmachine terwijl er (vrijwel) geen stroming in het gekoeld watercircuit is. Stel in zo'n geval
de stromingsbeveiliging op de hoogst mogelijke waarde in (mits deze onder de nominale
waarde ligt).
Spoel de leidingsystemen door, door de pomp(-en) enige tijd te laten werken. Reinig daarna
n
de in de installatie aanwezige filters.
Controleer of de juiste voedingsspanning aanwezig is. De Seconscrew koelmachine is
n
bedraad om met een rechtsdraaiend veld zonder problemen te functioneren. Controleert u
daarom de draairichting van het veld, en verwissel bij afwijking de fasen onderling.
Controleer of de machine ook na het aansluiten van de leidingen en het vullen van de
n
installatie nog steeds waterpas is opgesteld.
Controleer, indien van toepassing, of de veertrillingdempers correct zijn afgesteld.
n
Starten
7.5.
Voordat uw koelmachine gestart wordt moet door de installateur aan de volgende
voorwaarden voldaan zijn:
Het gekoeld watersysteem en het koelwatersysteem dienen met de juiste hoeveelheid water
n
of water/glycol te zijn gevuld.
Ten minste 6 uur voor het starten van de koelmachine dienen hoofdschakelaar en
n
stuurstroomschakelaar ingeschakeld te worden om de olie in de carters van de
compressoren te verwarmen. Hiervoor is het afhankelijk van de uitvoering van de
koelmachine eveneens noodzakelijk, dat de hulpvoeding is ingeschakeld. Op de machine
wordt deze voeding eveneens door bediening van de hoofdschakelaar geschakeld.
Bij schroefcompressoren dient de olie bij werkende compressoren zichtbaar te zijn, bij
n
uitgeschakelde compressoren kan het olieniveau zich juist onder het kijkglasniveau
bevinden.
De druk in de koudemiddelcircuits moet corresponderen met de druk van het betreffende
n
koudemiddel bij omgevingstemperatuur.
De afsluiters van de gekoeld waterpompen en koelwaterpompen dienen geopend te zijn.
n
Er dient gecontroleerd te worden of er lucht in het gekoeld watersysteem of het
n
koelwatersysteem aanwezig is en zonodig moet er ontlucht worden.
De gekoeld waterpompen en koelwaterpompen dienen nu gestart te worden.
n
Indien er gebruik gemaakt wordt van een water/glycol mengsel dient er gecontroleerd te
n
worden of de mengverhouding overeenkomt met de ontwerpwaarde. Er kan een monster
genomen worden nadat de pompen het mengsel ca. 10 minuten hebben laten circuleren. De
mengverhouding dient op ontwerpwaarde gebracht te worden alvorens u de koelmachine
kunt starten.
Er dient gecontroleerd te worden of de pers-, zuig- en vloeistofafsluiters in de
n
koudemiddelcircuits geopend zijn.
107910001.REV.NL
26