VEILIGHEID BIJ GEBRUIK
6.
Veiligheids- en beschermingsvoorzieningen
6.1.
De veiligheid van monteurs en bedienend personeel wordt gewaarborgd door middel van de
volgende voorzieningen.
Dubbel uitgevoerde hogedrukpressostaten schakelen de compressoren uit voordat de
n
werkdruk de maximaal toelaatbare waarde bereikt. Afhankelijk van het toegepaste
besturingssysteem vinden er voordien al andere maatregelen plaats (zie hiervoor de
gebruiksaanwijzing van het betreffende besturingssysteem).
Waar mogelijk worden leidingen door plaatwerkdelen afgeschermd. Op die plaatsen waar
n
hete leidingen niet zijn afgeschermd zijn waarschuwingspictogrammen aangebracht.
De hoofdschakelaar kan in de nul-stand (uit) vergrendeld worden.
n
Bij uitvoeringen waarbij een hulpvoeding wordt toegepast, wordt deze hulpvoeding tevens
n
door de hoofdschakelaar uitgeschakeld.
De deur van de schakelkast waarachter zich de hoofd voeding bevindt kan alleen verwijderd
n
worden wanneer de hoofdschakelaar in de nul-stand (uit) staat. Daarnaast kunnen de
deuren van de schakelkast alleen met gebruikmaking van een speciale sleutel geopend
worden.
Alle servicepanelen zijn door middel van bouten met cilinderkop met binnenzeskant
n
bevestigd, en kunnen dus slechts met gebruikmaking van gereedschap verwijderd worden.
Alle spanningvoerende delen zijn aanrakingsveilig uitgevoerd, om ongevallen bij
n
onderhoudswerkzaamheden te voorkomen. (bij onderhoud wordt vaak met verwijderde
servicepanelen en ingeschakelde voeding gewerkt.) Van groot belang hierbij is, dat de door
Lennox gemonteerde beschermingen ook gemonteerd blijven, of dat, indien verwijdering ten
behoeve van onderhoud noodzakelijk is, de originele beschermingen weer op de
oorspronkelijke wijze gemonteerd worden. Een aantal delen, die een veilige spanning
voeren (<50V), is niet aanrakingsveilig uitgevoerd.
Waarschuwingspictogrammen op of nabij onderdelen die de volgende gevaren op kunnen
n
leveren:
Hoge temperaturen (persgasleidingen).
n
Elektrische spanning (schakelcompartiment).
n
107910001.REV.NL
19