Voor de stromingsbeveiliging kan gekozen worden voor een zogenaamde vaanschakelaar,
een elektronische stromingsschakelaar of een drukverschilschakelaar. Bij een
drukverschilschakelaar is het noodzakelijk dat slechts het drukverschil over de verdamper
gemeten wordt. De instelling dient regelmatig gecontroleerd te worden in verband met
mogelijke vervuiling.
Daarnaast zijn voorzieningen nodig voor het meten van de gekoeld waterhoeveelheid en de
n
koelwaterhoeveelheid. Deze voorzieningen zijn noodzakelijk om vast te kunnen stellen of uw
Seconscrew koelmachine binnen zijn toepassingsgebied functioneert.
Ter bescherming van de koelmachine moet zowel in het gekoeld watercircuit als in het
n
koelwatercircuit een filter opgenomen worden (60 mesh, maaswijdte 0.25 mm). Dit filter
moet (in stromingsrichting gezien) direct voor de koelmachine geplaatst worden. Dit filter
dient minimaal 2x per jaar gecontroleerd te worden. Op deze wijze vermindert u de
waterzijdige vervuiling van de verdamper en de condensor(-s) aanzienlijk.
Op het hoogste punt van de leidingen van het gekoeld watercircuit en het koelwatercircuit
n
dient een voorziening voor ontluchting opgenomen te worden.
In het koelwatercircuit dient voor elke condensor een waterzijdige regeling opgenomen te
n
worden. Deze regeling dient plaats te vinden op basis van de condensatietemperatuur
(-druk).
Indien in uw situatie de kans bestaat dat de machine langdurig met een hoge
n
waterintredetemperatuur voor de verdamper moet functioneren dient in het gekoeld
watercircuit een mengregeling opgenomen te worden. Deze mengregeling moet de
waterintredetemperatuur beperken tot de maximaal toegestane waarde om te voorkomen
dat de compressor wordt overbelast en de machine door hogedrukstoring uitvalt.
De minimaal benodigde inhoud van het gekoeld watercircuit is vermeld in het reeds
n
genoemde specificatieblad. Indien de totale waterinhoud van het systeem kleiner is dan
deze waarde dient een buffervat in het gekoeld watercircuit opgenomen te worden. De hier
genoemde inhoud is gebaseerd op normale airconditioning toepassingen. Bij afwijkend
gebruik kan een grotere inhoud nodig zijn. Raadpleegt u in dat geval Lennox.
Aansluitingen van de voedingsspanning, het startcommando, de externe beveiligingen en
n
eventuele storingsdoormeldingen dienen conform het elektrisch schema te worden
aangesloten op de daarvoor bestemde klemmen in de schakelkast. Raadpleegt u hiervoor
het elektrisch schema.
Wanneer bij het installeren extra doorvoeringen worden aangebracht dient na de montage
n
het schakelcompartiment grondig te worden schoongemaakt, zodat geen metaaldelen
tussen het schakelmateriaal achterblijven. De bij het maken van de gaten ontstane blanke
plaatdelen dienen te worden voorzien van een conservering om corrosie te voorkomen.
Tenslotte verdient het aanbeveling om in de direkte nabijheid van uw koelmachine
n
thermometers en manometers in de gekoeld water toe- en afvoerleidingen op te nemen. Dit
vergemakkelijkt controlewerkzaamheden en indien nodig het zoeken naar storingsoorzaken.
Inbedrijstelling
7.4.
Eerste inbedrijstelling.
De allereerste inbedrijfstelling dient door Lennox verzorgd te worden. Een afspraak hiervoor maakt
u door het formulier "Gereedmelding voor inbedrijfstelling" volledig ingevuld aan onze afdeling
Service te sturen. Dit formulier dient u tijdig te versturen.
Controle voor inbedrijfstelling (door installateur uit te voeren)
Controleer de punten genoemd in hoofdstuk 7.3.
n
Controleer het gekoeld waterleidingnet en het koelwaterleidingnet en speciaal alle
n
aansluitingen op de koelmachine met betrekking tot lekkage.
107910001.REV.NL
25