NEDERLANDS
Blackout Mode
Blackout mode: wanneer er geen DMX-signal gedetecteerd wordt gaat het toestel in blackout.
No blackout mode: wanneer er geen DMX-signal gedetecteerd wordt schakelt het toestel automatisch
over naar master mode.
Deze optie is niet beschikbaar indien het toestel in slave mode staat ("SL 1" of "SL 2")!
Druk op de MENU toets tot
wordt weergegeven op de display.
Druk op de ENTER toets, de gebruikte functie begint te knipperen op de display.
Gebruik de DOWN en UP toetsen om YES (blackout) of no (no blackout) te kiezen.
Druk daarna op de ENTER toets om uw keuze te bevestigen. (indien u dit niet doet wordt er na 8
seconden terug overgegaan naar het hoofdmenu zonder de veranderingen op te slagen)
U kunt ook terugkeren naar het hoofdmenu zonder iets te wijzigen door terug op de MENU toets te drukken
Led Display
Display on: display is steeds aan.
Display off: display is uit wanneer deze niet wordt gebruikt.
Druk op de MENU toets tot
op de display wordt weergegeven.
Druk op de ENTER toets, de display begint te knipperen.
Gebruik de DOWN en UP toetsen om
gebruik) te selecteren.
Druk daarna op de ENTER toets om uw keuze te bevestigen. (indien u dit niet doet wordt er na 8
seconden terug overgegaan naar het hoofdmenu zonder de veranderingen op te slagen)
U kunt ook terugkeren naar het hoofdmenu zonder iets te wijzigen door terug op de MENU toets te drukken.
Display Inversion
Display normal: display is leesbaar wanneer het toestel op de grond staat.
Display inversion: display is leesbaar wanneer het toestel ondersteboven hangt.
Druk op de MENU toets tot
knippert op de dislpay. (normal display)
Druk op de ENTER toets om over te schakelen op
automatisch na 8 seconden opgeslagen. Of druk nogmaals op de ENTER toets om naar
display) terug te schakelen.
Druk op de MENU toets om naar de functies terug te keren.
Fixture Hours
Geeft het aantal gepresteerde werkuren weer.
Druk op de MENU toets tot
knippert op de display.
Druk op de ENTER toets om het aantal werkuren te laten verschijnen op de display.
Druk op de MENU toets om naar de functies terug te keren.
Software version:
Geeft de softwareversie van het toestel weer.
Druk op de MENU toets tot
knippert op de display.
Druk op de ENTER toets om de softwareversie te laten verschijnen.
Druk op de MENU toets om naar de functies terug te keren.
JB SYSTEMS
25/58
®
HANDLEIDING
(display steeds aan) of
(display uit wanneer niet in
(display inversion), de handeling wordt
NEDERLANDS
ELEKTRISCHE INSTALLATIE + ADRESSERING
Belangrijk: De elektrische installatie zou alleen uitgevoerd moeten worden door een bekwaam
persoon volgens de voorschriften voor elektrische en mechanische veiligheid in uw land.
Electrishe installatie van 1 standalone toestel:
Verbind gewoon de stroomkabel met het net. Het toestel start onmiddellijk op in stand-alone mode.
Opmerking1: u kunt een CA-8 remote controller aansluiten indien u een betere controle over het toestel
wilt hebben. Zie "how to operate the unit".
Opmerking2: indien er niets gebeurt moet u controleren of het toestel wel degelijk in master mode staat,
(zie vorig hoofdstuk)
Electrische installatie van 2 of meer toestellen in master/slave:
Verbind 2 tot maximum 16 toestellen met mekaar door middel van symmetrische microfoonkabels van
goede kwaliteit. Zet het eerste toestel in Master Mode, alle andere toestellen moeten in slave mode (SL1
of SL2) staan . Zie vorig hoofdstuk voor meer informatie.
Controleer of alle toestellen op het stroomnet zijn aangesloten.
Klaar!
Opmerking: u kunt een CA-8 remote controller op het 'Master' toestel aansluiten indien u een betere
controle over het toestel wenst te hebben.
DMX AANSLUITINGEN
Het DMX-protocol is een breed gebruikt hogesnelheidssignaal om
moet uw DMX bediening en alle units met een gebalanceerde kabel van goede kwaliteit doorverbinden.
Zowel de XLR-3pin als XLR-5pin connector worden gebruikt, echter de XLR-3pin is populaider want
deze kabels zijn compatible met gebalanceerde audio kabels.
Pin layout XLR-3pin: Pin1 = GND ~ Pin2 = Negatief signaal (-) ~ Pin3 = Positief signaal (+)
Pin layout XLR-5pin: Pin1 = GND ~ Pin2 = Negatief signaal (-) ~ Pin3 = Positief signaal (+) ~
Pins4+5 niet in gebruik.
Om vreemd gedrag van de lichteffecten, veroorzaakt door storing, te voorkomen, moet u een
afsluitweerstand van 90Ω tot 120Ω aan het eind van de keten gebruiken. Gebruik nooit een Y-splitkabel,
(normal
dit zal eenvoudig niet werken!
Weet zeker dat alle units op het lichtnet zijn aangesloten.
Elk lichteffect in de keten heeft een eigen DMX startadres nodig zodat het weet
welke commando's van de bediening het moet ontcijferen. In de volgende sectie
zal u leren hoe het DMX adres in te stellen.
HOE HET CORRECTE STARTADRES INSTELLEN:
In vorig hoofdstuk wordt beschreven hoe u het adres op dit toestel moet instellen (DMX-512 adres instellen).
Het startadres van elk toestel is zeer belangrijk. Het is echter onmogelijk u mede te delen welk start adres u
zou moeten gebruiken omdat dit volledig afhangt van de controller die u gaat gebruiken Gelieve hiervoor de
handleiding van uw DMX-controller te raadplegen.
ORION
JB SYSTEMS
26/58
®
HANDLEIDING
lichtuitrustingen te bedienen. U
ORION