CattronControl™ CT24
Gebruikershandleiding
7. Optionele systeemfuncties
De volgende functies kunnen in uw systeem worden opgenomen; veel van deze functies worden bestuurd via de
OCU, maar zijn van invloed op de MCU-functionaliteit.
Niet alle functies zijn compatibel met of beschikbaar voor alle typen OCU's.
7.1
Automatische uitschakeling OCU
De OCU wordt automatisch uitgeschakeld wanneer de volgende gebeurtenissen zich voordoen:
•
Bescherming tegen accu-ontlading (accu is bijna leeg)
•
Auto Off time-out verloopt (vooraf ingesteld tussen 30 seconden en 30 minuten, of nooit)
7.2
Opstartopties van het systeem
De manier waarop respectievelijk de OCU en MCU tussen toepassingen standaard worden gestart, is zorgvuldig
geregeld om een veilig systeem voor die toepassing te bieden.
7.2.1 Normaal opstarten
Voor de meeste toepassingen zal de OCU alleen starten als alle functies in de uit-stand staan, en de MCU zal
niet toestaan dat een regelaar met een actieve functie wordt gekoppeld totdat alle actieve functies zijn
vrijgegeven. Deze twee factoren bieden bescherming tegen 'onverwacht opstarten'.
7.2.2 OCU-roaming
Voor sommige toepassingen zal de OCU worden verplaatst tussen verschillende zones van een grote machine,
waarbij elke zone wordt bestuurd door een andere MCU, die elk is aangesloten op de machinevoeding en waarbij
ten minste één van deze MCU's binnen het bereik van de OCU en actief moet zijn om te voorkomen dat de
machine wordt uitgeschakeld. Het kan ook nodig zijn dat een actieve functie tussen MCU's overschakelt zonder
dat via de UIT-stand hoeft te worden gegaan.
In dit geval wordt de OCU nog steeds uitgeschakeld bij het opstarten om de veiligheid van de schakelaar te
controleren, maar wordt de MCU uitgeschakeld bij het uitschakelen van de verbinding.
Hierdoor kan een OCU met een actieve werking naadloos tussen MCU's bewegen en zal elke MCU binnen bereik
de hoofdveiligheidsrelais plus de actieve OCU-functie bekrachtigen na ontvangst van een geldig RF-signaal.
7.3
Functies voor inschakelen van beweging
7.3.1 Indrukken om te bedienen (Push To Operate - PTO)
Een systeem met PTO-systeem voor inschakeling heeft een activeringsfunctie die continu ingedrukt moet blijven
om de beweging actief te houden. De actuator kan de vorm hebben van een knop aan het uiteinde van elke
joystick, of een stang of een paneel op de voorkant van het besturing, of een knop aan de voor- of zijkant van de
besturing.
•
Voordelen
–
Zorgt voor continue bescherming; wanneer de druk van de knop, stang of het paneel wordt gehaald,
leidt dit tot onmiddellijke stopzetting van de beweging.
•
Nadelen
9M02-7608-A001-NL
51