Inhoudsopgave
Advertenties
CattronControl™ CT24
Gebruikershandleiding
WAARSCHUWING
IN ALLE APPARATUUR MOETEN EEN OF MEER HOOFDLIJN (ML)-SCHAKELAARS
GEÏNSTALLEERD ZIJN EN IN ALLE MOBIELE APPARATUUR (BIJV. KRANEN) MOET EEN
REM ZIJN GEÏNSTALLEERD.
DE VEILIGHEIDSRELAIS VAN DE AFSTANDSBEDIENING MOETEN WORDEN
!
AANGESLOTEN OP DE HOOFDLIJN, ZODAT STOPOPDRACHTEN DE STROOM OP DE
SCHAKELAARS VAN DE HOOFDLIJN UITSCHAKELEN EN DE REM VAN HET APPARAAT
ACTIVEREN.
DEZE WAARSCHUWING NIET IN ACHT NEMEN KAN LEIDEN TOT ERNSTIGE
VERWONDINGEN OF OVERLIJDEN VAN MEDEWERKERS EN SCHADE AAN APPARATUUR.
De veiligheidsrelais worden voor de eerste keer bekrachtigd wanneer de MCU wordt gevoed, de OCU wordt
ingeschakeld, en een bijbehorende adrescode via een radiofrequentiesignaal (RF) van de OCU naar de MCU
wordt verzonden.
De veiligheidsrelais moeten worden aangesloten op de schakelaars van de hoofdlijn (ML).
Wanneer de OCU wordt ingeschakeld en de startsequentie wordt voltooid, worden de hoofdlijnschakelaars
bekrachtigd.
NB: de startsequentie kan een tweede reset-uitgang omvatten om de hoofdschakelaar te sluiten.
Zodra de hoofdleiding is bekrachtigd, moet een continu herhaald geldig signaal worden ontvangen om de functie-
ingangen in te schakelen. Als dit signaal om welke reden dan ook wordt onderbroken, worden alle uitgangen
uitgeschakeld.
6.12 Overschakeling handmatige bediening/afstandsbediening
Van tijd tot tijd kan het nodig zijn om de bediening weer op handmatig te zetten. Dit kan gebeuren via een
volledige overdracht met behulp van een HAN-type meerpolige aansluiting of via een wisselschakelaar. Als de
apparatuur wordt gebruikt in de alleen radio-modus en er is geen handmatige bediening, dan kan de
wisselschakelaar worden weggelaten.
De wisselschakelaar moet in geval van gebruik duidelijk gemarkeerd worden als behorend bij het systeem en
dichtbij de MCU.
Als de MCU permanent aangesloten is moet er een duidelijk bepaald en geïdentificeerde loskoppelvoorziening
zijn.
Als de MCU meerdere besturingseenheden omschakelt, moet een duidelijk geplaatst waarschuwingslabel op de
behuizing worden aangebracht.
De installatie van de wisselschakelaar kan wijzigingen vereisen in de bedrading van de bestuurde apparatuur.
Voorafgaand aan het wijzigen van de bestaande bedrading moet een aansluitschema van de geplande
wijzigingen worden gemaakt. Gebruik bestaande lege klemmen op de klemmenborden als bevestigingspunten.
Zie afb. 21 hierboven voor een voorbeeld van een bedradingsschema.
Als de wisselschakelaar in de stand 'AFSTAND' staat, moeten de handmatige bedieningselementen worden
uitgeschakeld en moet alle stroom worden overgebracht naar de relais van de radiobesturing. Als de
wisselschakelaar in de stand 'HANDMATIG' geplaatst is, moet de handmatige bediening van de apparatuur
worden hersteld.
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen in acht bij het omschakelen van de wisselschakelaar tussen
afstandsbediening en handbediening:
9M02-7608-A001-NL
48
Advertenties
Inhoudsopgave
