Inhoudsopgave
Advertenties
CattronControl™ CT24
Gebruikershandleiding
De interface van de behuizingsuitgang naar de gestuurde machine wordt bediend door relais die geschikt zijn
voor typische machine-interfaces. Elk relais heeft een aangrenzende 'STATUS'-LED die gaat branden wanneer
het relais wordt bekrachtigd.
Opmerking: Deze 'STATUS'-LED's van relais zijn alleen zichtbaar als het deksel van de MCU is verwijderd.
Afzonderlijke relaisuitgangen worden via een klemmenstrook naar de geregelde apparatuur geleid.
Wanneer een storing wordt gedetecteerd, worden de veiligheidsrelais van de hoofdschakelaar en alle andere
uitgangen uitgeschakeld.
Opmerking: De veiligheidsrelais KO-S en KO-M van de hoofdschakelaar CT24-9-ASO, CT24-17 en CT24-32
zijn elk beveiligd met een zekering. De CT24-9 heeft één zekering. Als de OCU communiceert met de
MCU en de hoofdlijnschakelaar van het apparaat niet wordt bekrachtigd, moeten deze zekeringen op
doorgang worden gecontroleerd.
Net als de OCU gebruiken MCU's een verwijderbare 'Transkey' om de juiste bedrijfsparameters te definiëren en in
te schakelen.
Opmerking: De TransKeys van OCU- en MCU mogen niet worden verwisseld. De TransKey van de OCU
(zender) is zwart. De TransKey van de MCU (ontvanger) is geel. Als TransKeys verwisseld worden,
leidt dit tot storingsmeldingen en werkt het systeem niet.
4.2
Antenne
De ontvanger kan worden geleverd met een interne of externe antenne. Voor een optimale communicatie moeten
de zender en de ontvanger worden geïnstalleerd met een zichtlijn tussen de antennes van beide units.
Afscherming door metalen constructies moet worden vermeden.
Als de ontvanger in een metalen behuizing is geïnstalleerd, moet de antenne worden losgekoppeld.
9M02-7608-A001-NL
16
Advertenties
Inhoudsopgave
