Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Hoofdstroomonderbreker; Stroomvoorziening Regelcircuit; Antenne - Cattron CattronControl CT24-9 Gebruikershandleiding

Inhoudsopgave

Advertenties

CattronControl™ CT24
Gebruikershandleiding
Zet de controle over een kraan niet over bij geheven last. Leg altijd alle lasten neer voordat u de positie
van de wisselschakelaar wijzigt.
Als de kraan is uitgerust met een magneet, dan moet deze in de valstand worden gebracht voordat u de
positie van de wisselschakelaar verandert.
Schakel de OCU uit en verwijder tijdelijk de batterijset.

6.13 Hoofdstroomonderbreker

Er moeten een of meer hoofdstroomonderbrekers worden geïnstalleerd om alle stroom naar de machine te
isoleren zodat veilig onderhoud kan worden uitgevoerd. De stroomonderbrekers moeten zich bevinden binnen
drie meter (of zoals door lokale wetgeving bepaald) van de MCU.

6.14 Stroomvoorziening regelcircuit

De op de MCU aangesloten besturingsvoorzieningen kunnen van meer dan één bron afkomstig zijn. Het is van
groot belang dat alle voeding wordt geïsoleerd voordat er met installatie- of deinstallatiewerkzaamheden aan de
MCU wordt begonnen.
WAARSCHUWING
DE MCU KAN WORDEN AANGESLOTEN OP, EN KAN SCHAKELEN TUSSEN MEERDERE
STROOMBRONNEN, ZORG ERVOOR DAT DE MCU VOLLEDIG GEÏSOLEERD IS VOORDAT U
!
BEDRADING AANSLUIT OF AFSLUIT.
DEZE WAARSCHUWING NIET IN ACHT NEMEN KAN LEIDEN TOT ERNSTIGE
VERWONDINGEN OF OVERLIJDEN VAN MEDEWERKERS EN SCHADE AAN APPARATUUR.

6.15 Antenne

De antenne kan zich aan de binnenkant bevinden, rechtstreeks op de connector op de MCU-behuizing worden
gemonteerd, of op afstand zijn aangesloten via een verlengkabel.
Een direct gemonteerde antenne moet: (1) duidelijk zicht hebben op het werkgebied, (2) niet zijn gemonteerd
binnen een secundaire behuizing en (3) niet zijn gemonteerd tegen een staalconstructie die het zou ontregelen.
Als de antenne op afstand is gemonteerd, sluit u de coax verlengkabel aan op de connector op de MCU-
behuizing.
Installatievoorschriften:
7. De coax-antenneverlengkabel mag niet langer zijn dan nodig, en maximaal 15 meter lang (zonder
verdere aanwijzingen van uw leverancier).
8. De coaxkabel moet van het type RG58AU of vergelijkbaar zijn.
9. Als de coaxkabel wordt aangesloten op een antenne die aan de buitenkant van een secundaire behuizing
is gemonteerd, kan deze rechtstreeks van de MCU-behuizing naar de secundaire connector voor
behuizingmontage worden geleid. De coaxkabel moet stevig worden bevestigd en uit de buurt worden
gehouden van alle stroomvoerende geleiders.
10. Als de coaxkabel naar een antenne-afstandsbediening van de MCU-locatie gaat, moet deze gescheiden
worden gehouden van eventuele stroomvoerende geleiders en ter bescherming gemonteerd worden in
een metalen leiding.
11. Als de MCU binnen een secundaire behuizing wordt gemonteerd, moet de metalen leiding correct worden
gemonteerd met aarding op de secundaire behuizing.
9M02-7608-A001-NL
49

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave