7.7
Sluit alle warmwaterkranen van de installatie en controleer op
waterlekken.
7.8
Controleer de goede werking van de veiligheidsklep /
inlaatcombinatie: verzeker U ervan dat het expansiewater vrij kan
wegstromen.
7.9
Vul de primaire kring van de boiler, volgens de voorschriften van de
ketelfabrikant. Indien driewegkleppen aanwezig zijn: controleer of
deze open staan bij het vullen van de installatie. Open eventueel
het ventiel van de automatische ontluchter om alle lucht uit de
primaire kring te verwijderen.
7.10
Werking met elektrisch verwarmingselement: de watertemperatuur
staat ingesteld op ongeveer 60°C. Schakel de elektrische stroom in.
Indien nodig: pas de temperatuur aan ( zie tekening 4 ).
SCHAKEL DE ELEKTRICITEIT UIT ALVORENS DE
TEMPERATUUR TE WIJZIGEN.
7.11
Werking met de centrale verwarmingsketel: zet de installatie in
werking en controleer of de regeling van de installatie ingesteld is
voor warmwaterproductie. Kijk de werking na van de laadpomp
en/of drieweg kleppen en laat de boiler opwarmen.
10
02/03/2022 - 36006210_issue_06