Nederlands
Het wissen van het volledige foutgeheugen is
mogelijk door het laatste menupunt "CL
Bij sensorfouten of kabelbreuk sensor worden de
pompen niet meer ingeschakeld. Hier moet dan
indien nodig de installatie in noodbedrijf (zie 8.4)
worden gezet.
8.4 Noodbedrijf
Bij storingen van de microcontrollerprintplaat
resp. de regelingsfunctie van het regelsysteem
heeft de gebruiker een noodbedrijfsfunctie ter
beschikking (afb. 7).
Via de schakelaars S10, S20, S30 en S40 (pos. 5)
kunnen de pompen rechtstreeks met een analoge
spanning tussen 0 ... 10 V die via de potentiometer
(pos. 5a) is bepaald; worden aangestuurd.
56
GEVAAR! Levensgevaar!
".
Geschikte geïsoleerde schroevendraaiers con-
A
form VDE-voorschrift gebruiken!
Klemmen van motorbeveiligings-, leidingsbe-
veiligings- en hoofdschakelaar kunnen onder
spanning staan!
Daarom moet de schakelaar voor de betreffende
pomp in de richting van de klemmenstrook worden
geschoven.
De plaatsing van de schakelaar weg van de klem-
menstrook komt overeen met de fabrieksinstel-
lingen. In dit geval worden de pompen door de
regelaar zelf aangestuurd .
Als een bedrijfsstoring niet kan worden opgelost,
a.u.b. contact opnemen met uw sanitair- of ver-
warmingsinstallateur of met de Wilo-service-
dienst.
Technische wijzigingen voorbehouden!
WILO SE 07/2011