Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Transport En Opslag; Beschrijving Van Product En Toebehoren; Beschrijving Van Het Regelsysteem; Functiebeschrijving - Wilo VR-System Inbouw- En Bedieningsvoorschriften

Inhoudsopgave

Advertenties

3 Transport en opslag

VOORZICHTIG! Gevaar voor beschadiging van
het product!
Het regelsysteem moet worden beschermd tegen
vocht en mechanische beschadiging door stoten/
schokken. Het regelsysteem mag niet worden
blootgesteld aan temperaturen buiten het bereik
van 10 °C tot +50 °C.

4 Beschrijving van product en toebehoren

4.1 Beschrijving van het regelsysteem

4.1.1 Functiebeschrijving

Het regelsysteem zorgt voor de besturing en de
regeling van drukverhogingsinstallaties bestaande
uit pompen met geïntegreerde frequentieomvor-
mers of externe frequentieomvormers. Hierbij
wordt de druk van een systeem lastafhankelijk
met overeenkomstige signaalgevers geregeld.
De regelaar heeft daarbij invloed op de frequen-
tieomvormer die het toerental van de pomp beïn-
vloedt. Samen met het toerental verandert de
transporthoeveelheid en daarmee ook de vermo-
gensafgifte van de enkelpomp. Afhankelijk van de
vereiste belasting worden de pompen en bijbeho-
rende frequentieomvormer bij- of uitgeschakeld.
het regelsysteem kan tot 4 pompen resp. frequen-
tieomvormers aansturen.

4.1.2 Opbouw van het regelsysteem

Het regelsysteem bestaat standaard uit de vol-
gende afzonderlijke componenten (afb. 2):
AANWIJZING!
Afb. 2 is een voorbeeldweergave.
De daadwerkelijke afbouw kan naargelang de
installatieconfiguratie variëren.
De installaties bevinden zich in een staalplaatbe-
huizing, gelakt in RAL 7035 (gestructureerd):
• Hoofdschakelaar (pos. 1):
Zorgt voor de scheiding van de spanningsvoorzie-
ning en de aansluiting van de netvoeding.
• Basisprintplaat (pos. 2, montage volgens afb. 3):
Voedingsdeel voor het laagspanningsgedeelte van
het regelsysteem, zekeringen 6,3x32 (pos. 1), stek-
kerlijst voor de displayprintplaat, microcontroller-
printplaat (pos. 3) en individuele bedrijfsprintplaat/
stoormeldingsprintplaat (pos. 4). Verder aansluit-
klemmen voor de spanningsvoorziening (afb. 3,
pos. 8) en voor de externe signalen (pos. 6+7), als-
ook schuifschakelaars (pos. 5) voor elke pomp voor
de noodbedrijfsfunctie van de installatie en een
potentiometer (pos. 5a) voor de toerentalinstelling.
• Microcontrollerprintplaat (Pos. 3):
Microprocessor en aansluitingen voor basis- en
displayprintplaat en DIP-schakelaar 1...8.
• Displayprintplaat:
LCD-weergave, draaitoets en lichtdiodes op de
printplaat bevestigd.
• Vermogensbeschermingsschakelaar (pos. 5):
Zekering van de stroomvoorziening van de elek-
tronische bouwgroepen.
Inbouw- en bedieningsvoorschriften Wilo-VR-systeem
• Vermogensbeschermingsschakelaar (pos. 4):
Zekering en aansluiting van de enkelpompen met
frequentieomvormeraandrijvingen.
• Individuele bedrijfsprintplaat en stoormeldings-
printplaat (pos. 6):
Optioneel voor het beschikbaar stellen van wisse-
laarcontacten voor bedrijfs- en storingsmeldin-
gen van elke pomp alsook watergebrek (zie ook
afb. 5).
Meer informatie in hoofdstuk 5.

4.1.3 Bedrijfssituatie van de installatie

Normaal bedrijf
Een elektronische druksensor levert de actuele
waarde van de systeemdruk als 4 – 20 mA stroom-
signaal. De regelaar houdt daarna de systeemdruk
door middel van vergelijking van gewenste en wer-
kelijke waarde constant op de ingestelde gewenste
waarde.
Indien er geen "Extern Uit"-melding en geen sto-
ring is, start indien nodig een pomp. Daarbij is het
toerental van de pomp afhankelijk van het verbruik.
Indien het vereiste vermogen van deze pomp niet
kan worden geleverd, wordt er een extra pomp bij-
geschakeld waarvan het toerental dan weer, over-
eenkomstig de afgifte, op de gewenste drukwaarde
wordt geregeld. De pompen die reeds in bedrijf
waren, draaien dan verder met het maximumtoe-
rental. Bij een nullasttest wordt het bijschakelen
van nog een pomp verhinderd, voor zover de druk
niet daalt.
Als de behoefte zo ver daalt dat de regelende pomp
in haar onderste vermogensbereik werkt en niet
nodig is om in de behoefte te voorzien, wordt deze
pomp uitgeschakeld en de regelfunctie doorgege-
ven aan een andere pomp die voorheen met een
maximumtoerental werkte.
Bij het terugkeren van de voedingsspanning na het
uitschakelen of uitvallen van de netspanning, gaat
het regelsysteem automatisch terug in de voordien
ingestelde bedrijfstoestand.
Nullastuitschakeling
Elke 60 seconden wordt bij het bedrijf van slechts
een pomp getest of er nog een afname plaatsvindt.
Daarbij wordt eerst de gewenste drukwaarde gedu-
rende een korte tijd in geringe mate verhoogd en
daarna weer hersteld. Indien de werkelijke systeem-
druk van de installatie daarna op het hogere niveau
blijft, is er sprake van nullast. De pomp wordt daarop
na een instelbare nalooptijd T2 uitgeschakeld. Indien
de druk tot onder de gewenste waarde daalt, start de
installatie opnieuw. Indien T2 = 0 is ingesteld, zijn de
nullastherkenning en -uitschakeling niet meer
actief.
Pompwisseling
Om een zo gelijkmatig mogelijke belasting van alle
pompen te realiseren en daardoor de looptijden
van de pompen gelijk te houden, worden twee
mechanismen gebruikt.
Nederlands
47

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave