Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina
Inhoudsopgave

Advertenties

De parameters of instellingen op het display kun-
nen in de afzonderlijke menupunten worden gewij-
zigd door de draaitoets naar links of rechts te draaien
en bevestigd door op de toets te drukken.
Groene led bedrijfsmelding geeft weer of de installatie gereed is. De led brandt ook als er geen pomp in werking is.
Rode led voor watergebrek geeft door continu te branden aan of de installatie na het vaststellen van watergebrek
werd uitgeschakeld. Door knipperen wordt gesignaliseerd dat er een droogloopmelding is geweest; maar er
momenteel geen fout is. Het knipperen stopt wanneer de fout wordt gereset door aan de draaitoets te draaien.
Rode led voor overdruk dient als foutmelding wanneer de installatie omwille van een te hoge systeemdruk werd
uitgeschakeld. Het knipperen van deze lamp signaliseert dat er zich een overdrukfout heeft voorgedaan die op dit
moment echter niet meer van toepassing is. Het knipperen stopt wanneer de fout wordt gereset door aan de draai-
toets te draaien.
Groene led voor bedrijfsmelding pompen (pomptoestand) geeft weer dat minstens een pomp wordt aangestuurd
Rode led voor storing pompen (pomptoestand) geeft weer dat door minstens een pomp een fout is gesignaleerd.
Deze led brandt niet bij sensorfouten of regelaarstoringen.

4.2.2 Menustructuur

De volledige menustructuur bestaat uit de vol-
gende elementen:
• Basisindicatie
• Menu bedrijfssituaties
• Menu regelaarinstellingen (met bedrijfsindicatie
en foutgeheugen)
In de basisweergave wordt de actuele systeemdruk
weergegeven. Bijkomend wordt door het symbool
weergegeven of de modus reservepomp
is ingesteld. Door het knipperen van het symbool
wordt gesignaliseerd dat er geen reservepomp ter
beschikking is (bijv. omwille van een pompfout).
(1) Door kort ( < 2 seconden) op de rode draaitoets
te drukken, kan van de basisweergave naar het
menu bedrijfssituaties worden genavigeerd. In
dit menu wordt eerst de betreffende pomp (P1,
P2, P3, P4) geselecteerd door aan de draaitoets
te draaien. In de weergave verschijnt alleen het
aantal pompen dat via de DIP-schakelaar werd
geparametreerd (zie paragraaf 4.2.3).
Nadat de pomp is geselecteerd, moet deze
selectie weer worden bevestigd door kort op de
draaitoets te drukken. Daarop wordt de actuele
bedrijfssituatie van de pomp weergegeven:
Auto
Automatisch
bedrijf
ON
Handbedrijf
OFF
uit
(het sleutelsymbool
foutmeldingen van de pomp aan. Het toont
eveneens de toestand "Ext.Off" of sensorfou-
ten.)
Inbouw- en bedieningsvoorschriften Wilo-VR-systeem
(toerental, bij- en uitschake-
ling van de pomp wordt door
de regelaar gestuurd)
(maximaal toerental van de
pomp)
(pomp gestopt)
geeft eventuele
• Storingslampen/lichtdiodes (led)
(opstelling afb. 1, pos. 4)
De bedrijfssituatie van de pomp kan worden
ingesteld door de draaitoets naar links of rechts
te draaien. Daarna wordt teruggekeerd naar de
basisweergave door er kort op te drukken.
(2) Door lang ( > 2 seconden) op de rode draaitoets
te drukken, kan van de basisweergave naar het
menu regelaarinstellingen worden genavi-
geerd. Een menupunt (tab. 1) kan door draaien
aan de toets worden geselecteerd. Om de waar-
den te kunnen wijzigen, moet op de betreffende
plaats van het menu de draaitoets kort worden
ingedrukt. Daarna wordt de tot nu toe ingestelde
parameter op het display weergegeven en kan
hij worden ingesteld door aan de draaitoets te
draaien.
Door kort op de draaitoets te drukken, wordt
opnieuw de selectie van de menupunten weer-
gegeven, en door kort drukken de basisweer-
gave.
Nederlands
49

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave