9
Onderhoud
9.1
Algemeen
9.2
Onderhoudsinstructies
7718105 - v02 - 10102018
We adviseren om de ketel periodiek te laten inspecteren en onderhouden.
Opgelet
Zorg dat de ketel wordt onderhouden. Neem contact op met een
erkend installateur of sluit een onderhoudscontract af voor de
verplichte jaarlijkse servicebeurt van de ketel.
Als het apparaat niet wordt onderhouden, vervalt de garantie.
Gevaar voor elektrische schok
Voordat de servicewerkzaamheden worden gestart, moet de ketel
van de energietoevoer worden gescheiden en beveiligd tegen
onopzettelijk inschakelen.
Opgelet
Laat minstens één keer per jaar het apparaat inspecteren en de
schoorsteen vegen, of vaker afhankelijk van de in uw land
geldende regels.
Opgelet
Alleen een erkend installateur mag werkzaamheden aan de ketel
en de verwarmingsinstallatie verrichten.
Opgelet
Controleer de hele verwarmingsinstallatie op lekkages na
onderhouds- en servicewerkzaamheden.
Opgelet
Er mogen alleen originele reserveonderdelen worden gebruikt.
9.2.1
Controleer de hydraulische druk
1. Controleer de waterdruk van de installatie.
2. Als de waterdruk minder is dan 0,08 MPa (0,8 bar), vult u het
waterniveau bij in de verwarmingsinstallatie, zodat de waterdruk
tussen 0,15 en 0,2 MPa (1,5 en 2,0 bar) ligt.
3. Controleer visueel op eventuele waterlekkages.
9.2.2
Installatie bijvullen met water
1. Open de kranen van alle op de installatie aangesloten radiatoren.
2. Stel de kamerthermostaat af op een zo laag mogelijke temperatuur.
3. Zet de ketel in de modus uitstand/vorstbeveiliging.
4. Open de vulkraan.
5. Sluit de vulkraan wanneer de manometer een druk van 0,15 MPa (1,5
bar) aangeeft.
6. Zet de ketel in de verwarmingsmodus.
7. Als de pomp stilstaat, opnieuw ontluchten en water bijvullen
Belangrijk
Het vullen en het ontluchten van de installatie twee keer per jaar
zou voldoende moeten zijn om de juiste waterdruk te krijgen.
Neem contact op met de installateur indien u vaak water moet
bijvullen in de installatie.
9 Onderhoud
35