Functioneren
i
Zorg ervoor dat er geen spuitmond of
beschermkap van een spuitmond op het
spuitpistool geïnstalleerd is.
8. Plaats een metalen afvalcontainer onder het
spuitpistool om het oplosmiddel te vangen.
9. Start de motor.
10. Draai de knop van het overdrukventiel naar de positie
SPUITEN (p ).
11. Ontgrendel het pistool door de vergrendeling van het
spuitpistool naar de ontgrendelde positie te draaien.
12. Trek de spuithendel op het handvat van de wagen
volledig aan om het toerental van de motor te
verhogen en haal de trekker van het pistool over.
De vloeistof zal door de terugstroomslang naar het
afvalreservoir gaan stromen.
13. Blijf de spuithendel op het handvat van de wagen
aantrekken, totdat de oude oplos-/testvloeistof weg is
en er vers oplosmiddel uit het pistool komt.
14. Laat de spuithendel los.
15. Vergrendel het pistool door de pistoolvergrendeling
naar de vergrendelde positie te draaien. Draai indien
nodig de klemknop van de pistoolhouder los en
activeer de vergrendeling van het spuitpistool. Beweeg
het spuitpistool naar de oorspronkelijke positie en draai
de klemknop vast.
16. Controleer het gehele systeem op lekkage. Volg in
geval van lekkages de "procedure voor het drukloos
maken van de installatie" in deze handleiding alvorens
koppelingen of slangen vast te draaien.
17. Volg de "procedure voor het drukloos maken van de
installatie" (Deel 4.5) in deze handleiding alvorens van
oplosmiddel over te gaan op verf.
Volg de procedure voor het drukloos maken
van de installatie wanneer u de spuitinstallatie
uitschakelt om een bepaalde reden, zoals
ten behoeve van een onderhoudsbeurt of
het aanpassen van een onderdeel van het
spuitsysteem, het verwisselen of schoonmaken
van spuitmonden of klaarmaken om te
reinigen.
NL
4.5
Markeringen aanbrengen
1. Plaats een emmer van vijf gallon (ong. 20 liter) met
materiaal tussen de emmerhouders op de wagen. Zorg
ervoor dat de emmerhouders de emmers van vijf gallon
stevig vast houden. Stel de emmerhouders indien nodig
af met de duimschroef onder elke houder.
Als u de wegmarkeerder voor de eerste maal
i
gebruikt, kan het helpen om water in plaats van
verf te gebruiken om bekend te raken met de
werking van de wegmarkeerder. Spuit als test,
voordat u strepen gaat trekken na van water
op verf overgegaan te zijn en om de correcte
streepbreedte te kunnen garanderen, enkele
lijnen op karton, dakvilt of colofoniumpapier.
2. Hang de hevelslang in een container met verf.
3. Plaats de aftapslang in de metalen afvalcontainer.
4. Draai de knop van het overdrukventiel naar de positie
LADEN (k ).
5. Druk de drukkerstang geheel in om ervoor te zorgen
dat de inlaatkogel vrij is.
6. Start de motor (fig. 10):
a. Beweeg de chokehendel (1) naar de volledige chokestand.
b. Druk de rubber laadknop (2) 7-10 keer in.
c. Trek snel en stevig aan de starterkabel (3). Blijf de kabel
vasthouden als u hem terug laat glijden. Trek en laat de
kabel terugglijden totdat de motor start.
d. Beweeg langzaam de chokehendel (1) naar beneden, naar
de gesloten positie, zodra de motor draait
7. De vloeistof zal door de terugstroomslang naar het
afvalreservoir gaan stromen. Laat de spuit 15-30
seconden lang werken om de testvloeistof door de
terugstroomslang naar de afvalcontainer te spoelen.
8. Schakel de spuit uit door de motorstopschakelaar in te
drukken en vast te houden, totdat de motor afslaat.
9. Haal de aftapslang uit de afvalcontainer en plaats deze
in de container met verf.
10. Start de motor.
11. Draai de knop van het overdrukventiel naar de positie
SPUITEN (p ).
12. Ontgrendel het pistool door de vergrendeling van het
spuitpistool naar de ontgrendelde positie te draaien.
13. Trek de spuithendel op het handvat van de wagen
volledig aan om het toerental van de motor te
verhogen en haal de trekker van het pistool over.
De vloeistof zal door de terugstroomslang naar het
afvalreservoir gaan stromen.
14. Blijf de spuithendel op het handvat van de wagen
aantrekken, totdat er materiaal uit het pistool komt.
15. Laat de spuithendel los.
16. Vergrendel het pistool door de pistoolvergrendeling
naar de vergrendelde positie te draaien. Draai indien
nodig de klemknop van de pistoolhouder los en
activeer de vergrendeling van het spuitpistool. Beweeg
het spuitpistool naar de oorspronkelijke positie en draai
de klemknop vast.
17. Draai de knop van het overdrukventiel naar de positie
LADEN (k ).
18. Schakel de spuit uit door de motorstopschakelaar in te
drukken en vast te houden, totdat de motor afslaat.
12
PowrLiner 550