Inhoudsopgave
Advertenties
Beschikbare talen
Beschikbare talen
2
1
De hoogte van het spuitpistool beïnvloedt de
i
breedte van het spuitpatroon (namelijk hoe
lager het pistool, hoe smaller de lijnbreedte).
De grootte van de spuitmond beïnvloedt ook
de lijnbreedte.
6. Zorg ervoor dat de gasregelkabel en de pistoolkabel
naar behoren werken.
Als u aan de spuithendel op de wagenhendel trekt,
moet de gasregelkabel volledig de gashendel op de
motor bewegen en de pistoolkabel moet tegelijkertijd
de pistooltrekker aantrekken.
Deze kabels zijn fabrieksmatig ingesteld om
goed te functioneren. Als er aanpassing van de
pistooltrekkerspanning vereist wordt, raadpleeg dan
de procedure "De trekkerspanning aanpassen" in het
hoofdstuk Onderhoud van deze handleiding.
7. Draai de knop van het overdrukventiel naar de positie
LADEN (k ).
Gebruik het apparaat nooit meer dan één
seconde zonder vloeistof. Als u het apparaat
zonder vloeistof gebruikt, slijten de pakkingen
onnodig af.
Let op
8. Spuit een theelepel Piston Lube™ (P/N 314-480,
wordt apart verkocht) in het aangegeven gebied. Als
substituut kan dunne huishoudolie gebruikt worden.
9. Controleer het oliepeil van de motor. Het oliepeil
van de benzinemotor wordt vastgesteld door de
fabrikant. Raadpleeg het onderhoudshandboek van de
motorfabrikant (meegeleverd).
10. Vul de benzinetank van de motor uitsluitend met
loodvrije benzine. Meng de benzine niet met
tweetaktolie.
PowrLiner 550
NL
4.2
Geschikt maken om markeringen aan te
brengen
Alvorens markeringen aan te brengen is het belangrijk om
ervoor te zorgen dat de vloeistof in het systeem geschikt is
voor gebruik in combinatie met de te gebruiken verf.
Een nieuwe spuitinstallatie wordt geleverd
i
met testvloeistof in het vloeistofreservoir om
roestvorming tijdens vervoer en opslag te
voorkomen. Deze vloeistof dient met behulp
van spiritus goed uit het systeem te worden
gespoeld alvorens met spuiten te beginnen.
Vloeistoffen e n verf die niet geschikt zijn
i
om samen te worden gebruikt, kunnen er
voor zorgen dat de ventielen verstopt raken,
waardoor het vloeistofreservoir van de
spuitinstallatie uit elkaar gehaald en gereinigd
moet worden.
Houd de trekker van het spuitpistool altijd
vergrendeld terwijl u het systeem voorbereidt.
Draai indien nodig de klemknop van de
pistoolhouder los en activeer de vergrendeling
Let op
van het spuitpistool.
1. Plaats de hevelbuis in een reservoir met een geschikt
oplosmiddel voor het te spuiten materiaal (raadpleeg
de aanbevelingen van de fabrikant van het materiaal).
Een voorbeeld van een geschikt oplosmiddel is water
voor latexverf.
2. Plaats de aftapslang in de metalen afvalcontainer.
3. Draai de knop van het overdrukventiel naar de positie
LADEN (k ).
4. Druk de drukkerstang geheel in om ervoor te zorgen
dat de inlaatkogel vrij is.
5. Start de motor (fig. 10):
a. Beweeg de chokehendel (1) naar de volledige chokestand.
b. Druk de rubber laadknop (2) 7-10 keer in.
c. Trek snel en stevig aan de starterkabel (3). Blijf de kabel
vasthouden als u hem terug laat glijden. Trek en laat de
kabel terugglijden totdat de motor start.
d. Beweeg langzaam de chokehendel (1) naar beneden, naar
de gesloten positie, zodra de motor draait
1
2
3
6. De vloeistof zal door de terugstroomslang naar het
afvalreservoir gaan stromen. Laat de spuit 15-30
seconden lang werken om de testvloeistof door de
terugstroomslang naar de afvalcontainer te spoelen.
7. Schakel de spuit uit door de motorstopschakelaar in te
drukken en vast te houden, totdat de motor afslaat.
11
Functioneren
Advertenties
Hoofdstukken
Inhoudsopgave
