1.- ALGEMENE EIGENSCHAPPEN
1.4.- WERKINGSLIMIETEN
VERSIE
50 Pa
STANDAARD
FP1
125 Pa
(Laag
toerental)
FP1
250Pa
(Hoog
toerental)
ºC
9
8
7
6
5
4
3
2
1
-10
-8
VENTILATOR UNITS MET LUCHTKANALEN
KOELBEDRIJF
Maximale
Beschikbare
omgevings-
statische
MODELLEN
temperatuur
druk
Pa
ºC
025SM
30
44
t/m
50
40
804SM
50
48
025SM
75
45
t/m
100
4
003SM
125
37
50
46
03SM
75
43
t/m
100
39
804SM
125
37
50
39
75
36
204SM
100
(--)
125
(--)
150
49
003SM
t/m
200
46
804SM
250
43
150
45
204SM
200
42
250
39
UNITS MET LAGEWATERTEMPERATUURKIT (OPTIE)
TEMPERATUURVERSCHIL (waterintrede/-uittrede)
Maximaal temperatuurverschil
Nominaal temperatuurverschil
Minimaal temperatuurverschil
-6
-4
-2
Wateruittredetemperatuur (°C)
Minimale
omgevings-
temperatuur
ºC
---
50 Pa
---
-5ºC
125 Pa
-5ºC
250Pa
-5ºC
0
2
VERWARMINGSBEDRIJF
Beschikbare
statische
VERSIE
MODELLEN
025SM
t/m
STANDAARD
804SM
025SM
t/m
003SM
FP1
(Laag toerental)
204SM
003SM
t/m
804SM
FP1
(Hoog toerental)
204SM
4
6
8
Minimale
omgevings-
temperatuur
druk
Pa
ºC
30
-0
50
-8
50
-2
75
-0
100
-8
125
-6
50
-8
75
-6
100
(--)
125
(--)
150
-2
200
-0
250
-8
150
-0
200
-8
250
-6
10
• 9 •