4 Druk de vergrendelknop op de hefstang in en laat het
maaielement zakken.
BELANGRIJKE INFORMATIE
De levensduur van de aandrijfriemen wordt aanzienlijk
verlengd wanneer de motor op laag toerental loopt wanneer
de messen worden ingeschakeld. Geef daarom pas vol gas
wanneer het maai-element neergeklapt is naar maaistand.
Maaitips
•
Lokaliseer en markeer stenen en andere vaste
voorwerpen om te vermijden dat u hier tegenaan rijdt.
•
Begin met een hoge maaihoogte en verminder tot het
gewenste maairesultaat wordt verkregen.
•
Het maairesultaat wordt het best met een hoog
motortoerental (de messen roteren snel) en een lage
snelheid (de zitmaaier beweegt zich langzaam). Is het
gras niet al te lang en dicht op elkaar groeiend, kan de
rijsnelheid worden verhoogd zonder dat het maairesultaat
merkbaar verslechtert.
•
De mooiste grasmat krijgt u als u deze vaak maait. Het
maaien wordt regelmatiger en het afgeknipte gras wordt
gelijkmatiger over het oppervlak verdeeld. De totale tijd
die u aan het maaien besteedt wordt niet langer
aangezien een hogere rijsnelheid kan worden gekozen
zonder dat het maairesultaat slechter wordt.
•
Vermijd het maaien van een natte grasmat. Het
maairesultaat wordt slechter aangezien de wielen
wegzakken in de zachte grasmat.
•
Spoel de onderkant van het maai-element na ieder
gebruik met water af, gebruik geen hogedrukspuit. Het
maaielement moet dan in servicestand worden gezet.
Rijden
•
Wanneer u de Mulching-functie gebruikt, komt het extra
nauw dat het maai-interval niet te lang is.
WAARSCHUWING! Reinig de grasmat van
!
stenen en andere voorwerpen die door de
messen kunnen worden weggeslingerd.
WAARSCHUWING! Gebruik de zitmaaier
!
nooit op terrein dat meer dan 10° ° ° ° helt. Maai
hellingen recht naar boven en recht naar
beneden, nooit dwars. Vermijd plotselinge
richtingsveranderingen.
Afzetten van de motor
Laat de motor bij voorkeur een minuut stationair lopen om
weer de normale werktemperatuur te krijgen voordat hij wordt
afgezet, als hij hard heeft moeten werken.
1 Til het maaielement op door de hendel naar achteren te
trekken naar de vergrendelstand.
1
Haal de gashendel terug en draai de startsleutel naar
stand "STOP".
2 Wanneer de zitmaaier stil staat, moet u de parkeerrem
naar beneden houden en de vergrendelknop indrukken.
STOP START
– 17
Dutch