Laat de motor 3-5 min op laag toerental "halfgas" lopen
voordat hij zwaar belast wordt. Gebruik 3/4 van volgas
wanneer u maait.
WAARSCHUWING! Laat de motor nooit
!
binnenshuis lopen, in een gesloten of slecht
geventileerde ruimte. De uitlaatgassen van
de motor bevatten giftig koolmonoxyde.
Starten van een motor met een
zwakke accu
WAARSCHUWING! Lood-zuur-accu's geven
!
explosieve gassen af. Voorkom vonken,
open vuur en roken vlakbij accu's. Draag
altijd een veiligheidsbril in de buurt van
accu's.
Als de accu te zwak is om de motor te starten, dient deze
opgeladen te worden.
Bij het gebruik van startkabels voor een noodstart, volgt u
onderstaande procedure:
BELANGRIJKE INFORMATIE Uw grasmaaier is voorzien
van een 12-volts systeem met negatieve aarding. Het
andere voertuig moet ook een 12-volts systeem met
negatieve aarding hebben. Gebruik de accu van de maaier
niet om andere voertuigen te starten.
Aansluiten van startkabels
16 –
Dutch
STOP START
Rijden
•
Sluit ieder eind van de rode kabel aan op de POSITIEVE
pool (+) van iedere accu, en let goed op dat u geen einde
tegen het chassis kortsluit.
•
Sluit het ene uiteinde van de zwarte kabel aan op de
NEGATIEVE pool (-) op de accu die vol is.
•
Sluit het andere uiteinde van de zwarte kabel aan op
goede CHASSISAARDING, op ruime afstand van de
brandstoftank en de accu.
Verwijder de kabels in omgekeerde
volgorde.
•
De ZWARTE kabel haalt u eerst los van het chassis en
dan van de volle accu.
•
De RODE kabel haalt u als laatste van beide accu's.
Rijden met de zitmaaier
1 Zet de parkeerrem los door eerst het parkeerrempedaal in
te drukken en daarna op te laten komen.
2 Druk voorzichtig een van de pedalen in tot de gewenste
snelheid wordt bereikt. Bij het vooruit rijden wordt pedaal
(1) gebruikt en bij achteruit rijden pedaal (2).
3 Kies de gewenste maaihoogte (1-9) met de hendel voor
het instellen van de maaihoogte.
Om een gelijkmatige maaihoogte te krijgen, is het
belangrijk dat de luchtdruk in beide voorwielen gelijk is 60
kPa/8,5 PSI.