6
5
7
8
Plaatsing van de bedieningsorganen
1 Gashendel/chokehendel
2 Ontstekingsslot
3 Hendel voor instelling van maaihoogte
4 Hefstang voor het maaielement
5 Snelheidsregeling voor het achteruit rijden
6 Snelheidsregeling voor het vooruit rijden
7 Handrem
12 –
Dutch
WAT IS WAT?
4
3
9
10
2 1
11
12
8 Vergrendelknop voor handrem
9 Instelling van zitting.
10 Hendel voor uitschakelen aandrijving van vooras
11 Tankdop
12 Motorkapslot
13 Hendel voor uitschakelen aandrijving van achteras
13