3
Plaats de geheugenmodule diagonaal in het slot (a)
voorzichtig naar beneden (b)
4
Plaats het kapje terug en zet het weer vast met de schroef.
5
Plaats de batterij terug en sluit de adapter opnieuw aan.
6
Zet de computer aan.
De computer stelt automatisch het totale geheugen vast en configureert
het geheugen opnieuw.
(b) tot de module op zijn plaats klikt.
(b)
(b)
41
(a)
(a) en druk deze
(a)