Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Hanna Instruments BL121 Installatiehandleiding pagina 4

Verberg thumbnails Zie ook voor BL121:
Inhoudsopgave

Advertenties

De injectoren dienen zo ver mogelijk uit elkaar te worden geplaatst: minstens 50 cm en bij voorkeur 2 m. (Voor Vlaanderen is dat
volgens VLAREM II minstens 2 m.)
Verbind de injectieleidingen met de injectoren door gebruik te maken van de voorziene koppelstukken.
Controleer de werking van doseerpompen, doseerleidingen en injectoren door de pompen gedurende 2 tot 3 minuten (MENU/
ZUURPOMP of CL2/Aan 10s-toets) te activeren.
Plaats de vaten vloeibaar zuur en chloor in afzonderlijke opvangbakken. Gebruik geen vaten groter dan 25 liter om een goede
chloorkwaliteit te behouden en om onbedoelde overdosering van chemicaliën te voorkomen.
!!
Meng nooit beide chemicaliën, anders kan chloorgas ontstaan wat zeer giftig is!
4.4. Montage en kalibratie van de pH/ORP/temperatuurelektrode
Verwijder de beschermdop. Controleer de elektrode op eventuele visuele schade.
Gebruik de bijgeleverde koppelstukken en O-ringen voor montage van de elektrode in het aanboorzadel of doorstroomcel.
Bij rechtstreekse montage van de elektrode in de leiding, het bijhorende aanboorzadel monteren na de filterinstallatie en voor de
warmtepomp (PAC) om de werkelijke temperatuur van het zwembad te meten voor het verwarmen.
Indien een doorstroomcel wordt gebruikt voor de montage van de elektrode is het belangrijk dat er enkel gefilterd water door
deze cel loopt. Plaats een eerste aanboorzadel met kraan NA de filterinstallatie en voor de warmtepomp (PAC) om de werkelijke
temperatuur van het zwembad te meten voor het verwarmen. Verbindt de flexibele doorstroomleiding met de kraan respectievelijk
de ingang van de meetkamer (maak hiervoor gebruik van de bijgeleverde snelkoppelingen). Plaats eveneens een tweede aanboor-
zadel met kraan VOOR de circulatiepomp (optie 1) of na de warmtepomp (optie 2). Verbindt de flexibele doorstroomleiding met de
kraan, respectievelijk de uitgang van de meetkamer.
Sluit de elektrode aan op het toestel.
Zorg ervoor dat de pH-elektrode gekalibreerd is voor de indienstname van de SP Plus. Controleer de kalibratie op regelmatige
tijdstippen (bv. driemaandelijks) met pH-buffer 7,01 en pH 4,01. Indien nodig, voer opnieuw een kalibratie uit!
Zorg er ook voor dat de ORP-elektrode gecontroleerd is voordat u de SP Plus in gebruik neemt. Controleer de kalibratie met regel-
matige tussenpozen (bijv. elk kwartaal) met de 470 mV testoplossing.
!!
De kwaliteit van de ORP-elektrode is goed indien de meetwaarde tussen 420 mV en 520 mV ligt in testvloeistof 470
mV! Indien de meetwaarde verder afwijkt, is het aangewezen de elektrode te vervangen!
!!
Steeds eerst de pH-kalibratie uitvoeren en pas nadien de ORP-controle (om vervuiling van pH-buffer te vermijden)!
De 470 mV oplossing (pH <1) zal de pH-elektrode lichtjes verstoren en metingen geven <de werkelijke pH (bij-
voorbeeld: 6,80 pH in een buffer van 7,01). Het is nodig om een paar minuten te wachten voordat de pH-meting weer
goed is.
Hoe kan ik de pH-elektrode kalibreren?
Spoel de elektrode af met drinkwater. Dompel de elektrode onder in een oplossing met pH 7,01. Wacht
3 tot 4 minuten om de elektrode zijn eindwaarde te laten bereiken voordat u gaat kalibreren. Druk op
MENU, selecteer pH OPTIONS met
het scherm.
4
en druk op CAL. Vervolgens knippert 'calibrate 1st point 7.01' op


Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Bl122

Inhoudsopgave