Storing
Er loopt water onder het
apparaat uit.
pp
Water wordt niet
afgepompt.
f
Er komt schuim uit de
wasmiddellade.
idd ll d
Meermaals aanloop
centrifugeren.
Wasgoed niet goed
gecentrifugeerd.
Geen goed
wasresultaat.
Er zijn resten wasmiddel
op het wasgoed
achtergebleven.
44
Eventuele oorzaak
De schroefkoppeling van de
toevoerslang lekt.
De afvoerslang lekt.
Afvoerslang is verdraaid.
Zeepsoppomp is verstopt.
Te veel of verkeerd wasmiddel
gebruikt.
b ik
Niets aan de hand.
Het onbalansdetectiesysteem
probeert om een ongunstige
probeert om een ongunstige
wasverdeling door meermaals te
beginnen met centrifugeren op te
heffen.
Grote stukken wasgoed zijn niet
gelijkmatig in de trommel verdeeld.
Centrifugetoerental wordt om
veiligheidsredenen automatisch
verlaagd.
Vervuiling sterker dan aangenomen.
Te weinig wasmiddel gebruikt.
Sommige fosfaatvrije wasmiddelen
bevatten in water onoplosbare
deeltjes die zich als lichte vlekken op
het wasgoed afzetten.
Advies
Schroefkoppeling vastdraaien.
Afvoerslang door de servicedienst
laten vervangen.
Afvoerslang goed aanbrengen.
Zeepsoppomp reinigen,
bladzijde 39.
Wasmiddeldosering terugbrengen.
Alleen wasmiddelen voor textiel die
geschikt zijn voor wasautomaten.
Steeds grote en kleine stukken
wasgoed samen wassen.
Steeds grote en kleine stukken
wasgoed samen wassen.
Geschikt programma kiezen, bijv.
programma met voorwas.
Wasmiddel doseren in
overeenstemming met de
specificaties van de fabrikant.
Wasgoed meerdere keren spoelen of
eventueel omschakelen op een
vloeibaar wasmiddel. Wasgoed na
het drogen uitborstelen.