Gebruik het toestel tijdens de werking niet als een oppervlak waarop u dingen kan plaatsen.
Zorg bij de installatie voor voldoende ruimte voor de ventilatie.
Pas op met water of spuitbussen in de buurt van het toestel, dit kan elektrische schokken en storingen veroorzaken.
5.3.2 Afmetingen
A
B
200
45 F
22
Tab 5-1 Eenheid: mm
Maat
1 - 2
A
790
B
495
C
534
D
375
E
123
F
93
G
628
H
455
5.4 Waterzijdige aansluiting
1) De waterzijdige aansluiting mag enkel door professionals worden uitgevoerd.
De condensafvoer moet zich aan de tegenovergestelde kant van het
elektrisch bord
bevinden. Sluit het toestel aan op de waterleiding via de
inlaat- en uitlaataansluitingen.
Wateruitlaat
NOOT
128
G
3 - 4
1020
495
764
375
123
93
858
455
Waterinlaat
C
Fig 5-12
5 - 6
7 - 8
1240
1240
495
495
984
984
375
375
123
123
93
93
1078
1078
455
455
Condensafvoer
Fig 5-13
14
Eenheid: mm
71(DC)
39(AC)
C
9 - 10
11 - 12
1360
1360
495
591
1104
1104
375
391
123
219
93
102
1198
1198
455
551