gebruik bij omgevingstemperaturen van
16°C tot 32°C.
SN (uitgebreid matig): Dit
koelapparaat is bedoeld voor gebruik bij
omgevingstemperaturen van 10°C tot 32°C.
4 BEWAREN VAN VOEDSEL
4.1 Koelkastgedeelte
• Om de vochtigheid te verminderen en
de rijpvorming die daarmee gepaard
gaat te voorkomen, moeten vloeistoffen
altijd in de koelkast worden bewaard
in afgesloten bakjes. IJsvorming
concentreert zich doorgaans in de
koudste delen van de verdampende
vloeistof en uw apparaat zal met de tijd
vaker moeten worden ontdooit.
• Bereide gerechten moeten afgedekt
blijven als ze in de koelkast worden
bewaard. Plaats geen warm voedsel in de
koelkast. Plaats het als het is afgekoeld,
anders zal de temperatuur/vochtigheid in
de koelkast toenemen de de efficiëntie
van de koelkast verminderen.
• Zorg dat er geen items in direct contact
staan met de achterwand van het
apparaat. Want dit zorgt voor ijsvorming
en de verpakking zal zich hieraan
hechten. Open de deuren niet vaak.
• We raden aan vlees en schoongemaakte
vis los ingewikkeld te bewaren op het
glazen schap net boven de groentelade.
Hier is de lucht koeler en dit biedt de
beste bewaarcondities.
• Bewaar los fruit en groenten los in de
groentenladen.
• Het afzonderlijk bewaren van fruit en
groenten voorkomt dat ethyleengevoelige
groenten (groene bladgroente, broccoli,
wortel, enz.) worden aangetast door fruit
dat ethyleen afgeeft (banaan, perzik,
abrikoos, vijg, enz.)
• Plaats geen natte groenten in de
koelkast.
• De bewaartijd van alle etenswaar is
afhankelijk van de kwaliteit die de
etenswaar had toen u het plaatste en de
ononderbroken koelcyclus die vooraf ging
aan de bewaring in de koelkast.
• Het vocht dat uit vlees lekt kan andere
producten in de koelkast besmetten.
U moet vleesproducten verpakken en
gelekte vloeistoffen op de schappen
schoonmaken.
• Plaats geen etenswaren voor de
luchtdoorgang.
• Consumeer verpakte etenswaar voor de
aanbevolen vervaldatum.
Laat voedsel niet in contact komen met de
temperatuursensor, die zich bevindt in het
koelvak, om het koelvak van de optimale
temperatuur te voorzien.
• Voor normale werkomstandigheden is
het voldoende de temperatuur van uw
koelkast in te stellen op +4°C.
• De temperatuur van het koelvak moet
zich bevinden tussen de 0 en 8°C,
vers voedsel onder de 0°C bevriest en
rottende bacteriën vermenigvuldigen zich
boven de 8°C en bederven het voedsel.
• Zet heet voedsel niet direct in de
koelkast, maar wacht tot het afkoelt. Heet
voedsel verhoogt de temperatuur van
uw koelkast en kan voedselvergiftiging
veroorzaken en uw voedsel onnodig laten
bederven.
• Vlees, vis e.d. dient te worden bewaard
in het koelervak van voedsel en het
groentevak heeft de voorkeur voor
groenten (indien aanwezig).
• Om kruisbesmetting te voorkomen,
moeten vleesproducten en fruit/groenten
niet samen bewaard worden.
• Voedsel dient in gesloten containers
of afgedekt in de koelkast te worden
geplaatst om vorming van vocht en
geuren te voorkomen.
De onderstaande tabel is een snelle gids
die de meest efficiënte manier aangeeft hoe
het merendeel van de voedselgroepen in
uw koelvak te bewaren.
NL -26